ECLI:NL:GHAMS:2022:2512
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.A. Wabeke
- J.C.W. Rang
- M.E. Hinskens- van Neck
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over parkeerterrein tussen huurder en verhuurder met betrekking tot betalingsverplichtingen en rechtsgeldigheid van de huurovereenkomst
In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen [appellant], de directeur van Drive-Up Services B.V., en BudgetValet BV, de verhuurder van een parkeerterrein. De huurovereenkomst werd door BudgetValet in september 2018 aangegaan met Drive-Up, waarbij [appellant] als vertegenwoordiger optrad. BudgetValet vorderde betaling van € 22.800,00 aan achterstallige huur, maar [appellant] betwistte dat hij als huurder kon worden aangesproken. De kantonrechter oordeelde dat Drive-Up tekortgeschoten was in de huurovereenkomst en veroordeelde hen tot betaling van de huurachterstand. [appellant] ging in hoger beroep, maar na een bevestiging van BudgetValet dat de huurovereenkomst niet met hem was aangegaan, had hij geen belang meer bij de voortzetting van de procedure. Het hof oordeelde dat de vorderingen van BudgetValet jegens [appellant] niet toewijsbaar waren, omdat hij geen partij was bij de huurovereenkomst. Het hof vernietigde de eerdere vonnissen voor zover deze [appellant] betroffen en compenseerde de proceskosten. Het hof oordeelde dat BudgetValet [appellant] moest terugbetalen voor bedragen die hij ter uitvoering van het bestreden eindvonnis had voldaan, en dat de kosten van de procedure in eerste aanleg op nihil moesten worden begroot. De kosten van het hoger beroep werden gedeeltelijk toegewezen aan beide partijen, waarbij [appellant] ook een bedrag aan BudgetValet moest betalen.