ECLI:NL:GHAMS:2022:2612
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over huur ontruiming en beëindigingsovereenkomst met medische omstandigheden
In deze zaak heeft woningstichting Rochdale hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam, waarin de ontruiming van een huurwoning werd afgewezen. De huurster, [geïntimeerde 1], huurt sinds 1 juli 2008 een woning van Rochdale en is in het geding verwikkeld geraakt na beschuldigingen van onrechtmatige bewoning. Rochdale stelde dat [geïntimeerde 1] haar hoofdverblijf niet in het gehuurde had en dat zij het gehuurde aan derden had onderverhuurd. De huurster betwistte deze beschuldigingen en voerde aan dat zij onder druk was gezet om de huurovereenkomst op te zeggen, mede door haar medische omstandigheden. De kantonrechter oordeelde dat Rochdale misbruik van omstandigheden had gemaakt en dat de huurster niet zonder meer aan haar toezegging tot ontruiming kon worden gehouden. In hoger beroep heeft het hof de grieven van Rochdale verworpen. Het hof oordeelde dat de medische en persoonlijke omstandigheden van [geïntimeerde 1] zodanig waren dat het beroep van Rochdale op de beëindigingsovereenkomst onaanvaardbaar was. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Rochdale in de kosten van het hoger beroep.