ECLI:NL:GHAMS:2022:3062
Gerechtshof Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het wrakingsverzoek tegen de raadsheren in een strafzaak
Op 27 oktober 2022 heeft het Gerechtshof Amsterdam een verzoek tot wraking afgewezen dat op 18 oktober 2022 was ingediend door een gedetineerde verzoeker. Het wrakingsverzoek was gericht tegen de raadsheren mr. N.A. Schimmel, mr. T. de Bont en mr. M. van der Horst, die betrokken waren bij de behandeling van een vordering tot gevangenneming in de hoofdzaak met parketnummer 23-001731-21. De verzoeker was niet aanwezig tijdens de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek, maar zijn raadsman, mr. M. Rasterhoff, was wel aanwezig. De advocaat-generaal, mr. R.C. Tdlohreg, was ook aanwezig en concludeerde dat er geen redelijke grond was voor wraking.
De wrakingskamer oordeelde dat de verzoeker geen gegronde redenen had aangevoerd voor de vrees voor partijdigheid van de raadsheren. Het hof benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De verzoeker had eerder al meerdere wrakingsverzoeken ingediend, wat leidde tot de conclusie dat hij misbruik maakte van het recht om wrakingsverzoeken in te dienen. Het hof besloot dat een volgend verzoek tot wraking in deze en andere zaken niet in behandeling zou worden genomen.
De beslissing van de wrakingskamer werd genomen in aanwezigheid van de griffier, mr. A.N. Biersteker, en werd openbaar uitgesproken. De afwijzing van het wrakingsverzoek is een belangrijke uitspraak in het kader van de waarborging van de rechterlijke onpartijdigheid en het voorkomen van misbruik van het wrakingsrecht.