2.2Die feiten luiden als volgt.
a. [appellante] is eigenaar van de percelen [straatnaam] 30 tot en met 34, kadastraal genummerd [perceelnummer 1] , [perceelnummer 2] en [perceelnummer 3] .
b. Grenzend aan de voorzijde van de [straatnaam] 30-34 bevindt zich een strook grond, kadastraal genummerd [perceelnummer 4] . Hieraan grenzend liggen nog drie stroken grond, kadastraal genummerd [perceelnummer 5] , [perceelnummer 6] en [perceelnummer 7] . In het kadaster staat de Gemeente geregistreerd als eigenaar van deze vier stroken grond.
c. De panden [straatnaam] 30 tot en met 34 zijn sinds 1956 in eigendom van de familie van [appellante] . Sinds de jaren dertig van de vorige eeuw hebben [appellante] , haar rechtsvoorgangers en de huurders van de panden een groot deel van perceel [perceelnummer 4] (hierna: strook A) gebruikt als parkeerplaats, laad- en losplaats en als toegang tot de [straatnaam] 30 tot en met 34. Een klein deel van de percelen [perceelnummer 5] , [perceelnummer 6] en [perceelnummer 7] (hierna: strook B) is gebruikt als oprit naar strook A. In het bestemmingsplan had strook A van 2005 tot en met 2018 de bestemming ‘tuin en erf’. Sinds 2018 heeft die weer de bestemming ‘verkeersareaal’.
d. Op onderstaande afbeelding zijn de verschillende percelen en de stroken A en B zichtbaar.
e. Op strook B stonden sinds 1977 vier verwijderbare rood-witte paaltjes, zoals hierna afgebeeld. Het paaltje rechtsonder wordt hierna aangeduid als paaltje 4. Aan de rand van strook A heeft altijd een hek gestaan, eerst van hout, daarna van staal. Het hek is geplaatst langs een deel van de onderzijde (naast de stoep) en langs de gehele linkerzijde van strook A (op de grens met perceel [perceelnummer 8] ). Tussen strook A en het trottoir, alsmede tussen strook A en perceel [perceelnummer 8] bestaat een (oplopend) niveauverschil. Het hek is bevestigd aan de gevel van de [straatnaam] 34. Een gedeelte van het stalen hek is linksonder op de afbeelding te zien. Aan het hekwerk zijn door [appellante] of haar rechtsvoorganger(s) bordjes bevestigd met daarop de tekst “verboden fietsen te plaatsen”.
f. Strook A, het hekwerk en twee van de rood-witte paaltjes zijn op onderstaande afbeelding (een foto uit 1980) aan de rechterkant zichtbaar.
g. In maart 2017 is de Gemeente een participatietraject gestart over de voorgenomen herinrichting van de [straatnaam] . Hierover heeft [appellante] in augustus 2017 telefonisch contact gehad met de Gemeente. [appellante] heeft te kennen gegeven dat zij door verjaring eigenaar is geworden van strook A. De Gemeente heeft per e-mail geantwoord dat de Gemeente nog steeds eigenaar is van strook A en dat [appellante] alleen door middel van een gerechtelijke procedure eigenaar daarvan kan worden. De Gemeente heeft eveneens laten weten dat zij de grond voor de panden [straatnaam] 30 tot en met 34 zou meenemen in de herinrichting, die naar verwachting in september 2019 zou beginnen.
h. Op 28 november 2017 heeft [appellante] per e-mail aan de Gemeente laten weten dat zij geen toestemming gaf voor de verwijdering van de bestrating aan de voorzijde van de panden [straatnaam] 30 tot en met 34. De advocaat van [appellante] heeft dit standpunt na diverse besprekingen bij brief van 23 augustus 2019 herhaald en daarbij de Gemeente aansprakelijk gesteld, gesommeerd het eigendomsrecht van [appellante] te respecteren en geboden mee te werken aan de notariële levering van strook A aan [appellante] . De Gemeente heeft op 10 september 2019 per brief afwijzend op alle eisen van [appellante] gereageerd.
i. In het kader van de herinrichting heeft de Gemeente paaltje 4 in of na de zomer van 2019 verwijderd. Ook is het hekwerk door de Gemeente vervangen.