Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.IJVOGEL AMSTERDAM B.V.,
[appellant] ,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
6.Beslissing
,J.C.W. Rang en
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van IJvogel Amsterdam B.V. en een andere appellant tegen IJtoren B.V. over de afwijzing van een voorlopige voorziening in een kort geding. De partijen zijn gezamenlijk eigenaar van een aantal panden in Amsterdam, waarvan het beheer door IJtoren wordt uitgevoerd. IJvogel en de andere appellant zijn ontevreden over het beheer en hebben in kort geding gevorderd dat het beheer wordt overgedragen aan een derde partij, Nederlandsche Beleggings Maatschappij B.V. (NBM). De voorzieningenrechter heeft de vordering afgewezen, omdat IJvogel c.s. niet de juiste procedure hebben gevolgd en er geen spoedeisend belang is aangetoond. IJvogel c.s. zijn in hoger beroep gegaan, maar het hof heeft de beslissing van de voorzieningenrechter bekrachtigd. Het hof oordeelt dat de grieven van IJvogel c.s. falen, omdat zij niet hebben aangetoond dat er een dringende situatie is die een voorlopige voorziening rechtvaardigt. Bovendien wekt de vordering de indruk dat IJvogel c.s. niet zozeer het beheer willen veiligstellen, maar eerder de controle willen overnemen. Het hof heeft IJvogel c.s. veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.