Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
- i) haar vorderingen voor zover in deze stand van de procedure mogelijk alsnog geheel toe te wijzen,
- ii) de Gemeente zal veroordelen binnen veertien dagen na oplevering van de [plaats 1] te voorzien in een afvaartlocatie voor [appellant] aan de noordzijde van de [plaats 1] van het [gebied] tenminste bestaande uit een steiger met een breedte van drie meter en een lengte van 30 meter voorzien van een gebouw ten behoeve van ticketverkoop met dezelfde afmetingen als het kassahuis waarvoor een omgevingsvergunning is verleend bij besluit van 17 maart 2016 (kenmerk [nummer] ) dan wel bestaande uit een gelijkwaardige voorziening, waarvan de instandhoudingstermijn onbepaald is dan wel bepaald is namelijk in ieder geval tot en met de feitelijke uitvoering van de in de Nota Varen Deel 2 voorziene verdeling van de op- en afstaplocaties in de [plaats 1] ,
- iii) de Gemeente zal verbieden de aanwezigheid op en het gebruik van de hiervoor beschreven op- en afstaplocatie daarbij mede inbegrepen het innemen van een ligplaats met twee vaartuigen aan [appellant] te ontzeggen of te beletten en deze aanwezigheid en dat gebruikte gehengen en gedogen, en
- iv) voor recht zal verklaren dat de Gemeente de schade van [appellant] die het gevolg is van niet binnen veertien dagen na oplevering van de [plaats 1] te voorzien in de hiervoor beschreven op- en afstaplocatie voor [appellant] te vergoeden en te verklaren dat deze schade bij staat dient te worden opgemaakt.
3.Feiten
uitsluitend voor het laten in- en uitstappen van passagiers; overig gebruik van de steiger niet toegestaan; er mag slechts met één vaartuig tegelijk aan de steiger worden afgemeerd’.
heeft een afvaartlocatie[de thuisbasis van [appellant] in de [plaats 3] , hof]
, waarvandaan haar rondvaartboten vertrekken, op geringe afstand van deze steiger. De bestreden voorwaarde strekt ertoe te voorkomen dat ook de openbare steiger door appellante wordt gebruikt als ware het een afvaartlocatie.
, ongegrond.”
- De lijndiensten van [appellant] en Canalbus krijgen ieder een halteplaats, direct aan de westzijde van de westelijke voetgangersroute. Daarbij worden twee diagonale steigers gerealiseerd om te voorkomen dat de uitstapsteiger van [naam 5] niet meer bereikbaar is. (…)
- De huidige openbare steiger wordt niet vervangen. Binnenkort gaat een afmeerverbod van kracht.
een gebouw voor kaartverkoop, met wachtruimten aan de noordoever van het [gebied] ”.
stelt voor om op korte termijn individuele gesprekken te gaan houden met de rederijen over de prijsvorming.
aan dat de rederijen tot september willen nadenken alvorens met de gemeente aan tafel te gaan.”
geeft aan dat hij afzonderlijke gesprekken heeft gehad met de drie rederijen. Tijdens die gesprekken is informatie verstrekt over de systematiek
wil voorstellen om dit overleg bij deze op te heffen. Hier wordt mee ingestemd.
geeft aan dat er mogelijk een kleinere werkgroep door moet en wanneer er meer duidelijkheid is wat het college wil dan weer een groter overleg beleggen.”
De gemeente heeft u tijdelijk toestemming gegeven voor het gebruik van water- en grondperceel met deze steiger met daarop een kassahuisje, op grond waarvan een bruikleenovereenkomst voor bepaalde tijd (namelijk gerelateerd aan de werkzaamheden in de [plaats 1] ) is ontstaan. Met de openstelling van de doorgang van de [plaats 1] naar de [plaats 2] , zal het tijdelijk gebruik door uw rederij van deze op- en afstapplek van rechtswege eindigen.”
4.Beoordeling
afspraken respectievelijk in de loop der jaren gegroeide situaties van toestemming en stilzwijgende toestemming (privaatrechtelijk)’. Voor zover andere passages (toch) de mogelijkheid zouden openhouden dat (enkel) het feitelijk gebruik beslissend is, is dat rechtsgevolg niet aannemelijk. Voorts laten de duidingsbrieven zien dat de Gemeente niet instemt met elk (historisch gegroeid) feitelijk gebruik van haar steigers. Ook als door [appellant] voor de 2002-afspraken met het andere gebruik van de steiger feitelijk een situatie in het leven is geroepen van (semi-) exclusief gebruik – onder meer door het gesteld voortdurend innemen van twee ligplaatsen – kan dat haar bij gebrek aan toestemming daarvoor van de Gemeente dus niet baten.