ECLI:NL:GHAMS:2025:1229
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Wijziging ingangsdatum termijn schuldsaneringsregeling in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de appellant tot wijziging van de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling. De appellant, vertegenwoordigd door mr. C.C.W. Plaat, had eerder een verzoek ingediend bij de rechtbank Amsterdam, dat op 12 februari 2025 was afgewezen. De appellant verzocht om de termijn van de schuldsaneringsregeling te wijzigen zodat deze eindigt op of rond 22 maart 2025, of op 22 april 2025. Hij stelde dat de rechtbank ten onrechte had overwogen dat zijn verzoek enkel een verzoek tot toepassing van artikel 349a lid 1 van de Faillissementswet (Fw) was, en dat het verzoek niet door de rechter-commissaris was behandeld. Het hof heeft vastgesteld dat het toelatingsvonnis van 22 december 2023, waarin de appellant was toegelaten tot de schuldsaneringsregeling, onherroepelijk is geworden. Het hof oordeelde dat er geen sprake was van een kennelijke fout die voor eenvoudig herstel in aanmerking kwam, en dat de appellant alsnog een verzoek kan indienen bij de rechter-commissaris op basis van artikel 349a lid 2 Fw. Uiteindelijk heeft het hof het bestreden vonnis bekrachtigd.