ECLI:NL:GHAMS:2025:1528
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Incident ex artikel 351 Rv tot schorsing tenuitvoerlegging van een vonnis in een huurgeschil
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 juni 2025 uitspraak gedaan in een incident tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis in een huurgeschil. De appellant, vertegenwoordigd door mr. B. Coskun, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam, waarin hij werd veroordeeld tot terugbetaling van een waarborgsom van € 3.500,00 en proceskosten van € 3.090,22 aan de Stichting Unite Multizorg, vertegenwoordigd door mr. O. Saaliti. De appellant heeft in het incident gevorderd dat de tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis wordt geschorst totdat in de hoofdzaak in hoger beroep is beslist. Hij stelde dat het vonnis berust op een kennelijke misslag van de kantonrechter, die een door de Stichting overgelegde productie niet correct had geïnterpreteerd.
Het hof heeft de incidentele vordering van de appellant afgewezen. Het hof oordeelde dat de appellant niet voldoende heeft aangetoond dat het bestreden vonnis op een kennelijke misslag berust. De uitvoerbaarheid bij voorraad van het vonnis is in beginsel gerechtvaardigd, en het belang van de Stichting bij de tenuitvoerlegging weegt zwaarder dan het belang van de appellant bij schorsing. Het hof heeft bovendien opgemerkt dat de appellant zijn stelling dat de uitvoerbaarheid bij voorraad een noodtoestand voor hem creëert, niet nader heeft geconcretiseerd. De beslissing over de proceskosten in het incident is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak, die is verwezen naar de rol van 22 juli 2025 voor memorie van antwoord door de Stichting.