Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
de Staat der Nederlanden (de Minister van Justitie en Veiligheid), de Staat.
1.Ontstaan en loop van het geding
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- wijzigt de beschikking en stelt de rentevergoeding vast op € 154;
- veroordeelt [de inspecteur] tot het vergoeden van de door [belanghebbende] geleden immateriële schade tot een bedrag van € 700;
- veroordeelt [de inspecteur] in de proceskosten van [belanghebbende] tot een bedrag van € 2.266;
- geeft [de inspecteur] opdracht het griffierecht van € 345 aan [belanghebbende] te vergoeden;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden tot het vergoeden van de door [belanghebbende] geleden immateriële schade tot een bedrag van € 2.800.”
- een stuk met nogmaals de gronden van het hoger beroep;
- een verweerschrift;
- een pleitnota zijdens belanghebbende (dagtekening 6 januari 2025), en
- pleitaantekeningen zijdens belanghebbende (op 20 januari 2025).
2.Feiten
3.Geschil in hoger beroep
4.Beoordeling van het geschil
5.Kosten
6.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank voor zover de inspecteur daarin niet tot een hoger bedrag in de kosten van belanghebbende is veroordeeld en voor zover daarin niet is beslist over de wettelijke rente bij vertraging in de vergoeding van het griffierecht voor de behandeling van het beroep;
- veroordeelt de inspecteur aanvullend in de kosten van belanghebbende in verband met de behandeling van het bezwaar tot een bedrag van € 702;
- beslist dat de wettelijke rente over de bedragen die de inspecteur en de Staat ingevolge de uitspraak van de rechtbank aan belanghebbende moeten betalen, is gaan lopen vier weken na de datum waarop die uitspraak is gedaan, voor zover die bedragen niet tijdig zijn voldaan;
- gelast de inspecteur aan belanghebbende te vergoeden het betaalde griffierecht van € 548 voor de behandeling hoger beroep;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van belanghebbende voor het geding in hoger beroep, vastgesteld op € 454, en
- beslist dat, indien voormelde bedragen aan griffierecht en kosten niet tijdig worden vergoed, de wettelijke rente daarover gaat lopen vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.