Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.Beoordeling
(…)
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een leaseovereenkomst tussen Dexia Nederland B.V. en een afnemer, waarbij de echtgenote van de afnemer de overeenkomst heeft vernietigd op grond van artikel 1:88 en 1:89 van het Burgerlijk Wetboek. De echtgenote heeft de vernietiging van de leaseovereenkomst ingediend via een brief aan Dexia op 11 augustus 2006. Dexia heeft in hoger beroep betoogd dat de verjaring van de vordering van de echtgenote uit onverschuldigde betaling was ingetreden, maar het hof oordeelde dat de verjaring tijdig was gestuit door de gevolmachtigde Leaseproces. Het hof heeft vastgesteld dat Dexia niet tijdig om bewijs van de volmacht heeft gevraagd en dat de brieven van Leaseproces voldoende waren om de verjaring te stuiten. Het hof heeft de vernietiging van de leaseovereenkomst bevestigd en Dexia veroordeeld tot terugbetaling van de bedragen die op basis van de leaseovereenkomst zijn betaald. De proceskosten in het hoger beroep zijn voor rekening van Dexia.