2.2.Ook het Hof zal hiervan uitgaan. Voor de beoordeling van het geschil zijn verder nog de volgende feiten en omstandigheden relevant:
Datum
Gebeurtenis
12 04 2016
Datum controlerapport.
1
28 05 2016
De inspecteur legt aan belanghebbende over het eerste kwartaal van 2016 een naheffingsaanslag omzetbelasting op ter hoogte van € 5.000, alsmede een verzuimboete ter hoogte van € 150 voor het niet betalen van de verschuldigde belasting en een verzuimboete ter hoogte van € 65 voor het niet doen van de vereiste aangifte.
2
12 07 2016
Belanghebbende maakt bezwaar tegen de naheffingsaanslag en de opgelegde boetes.
3
3 08 2016
Belanghebbende dient alsnog een aangifte over het eerste kwartaal van 2016 in, met daarin een verzoek om teruggaaf van omzetbelasting ter hoogte van € 15.033.
4
26 08 2016
De inspecteur bericht belanghebbende door middel van een ‘Kennisgeving Vermindering’ dat hij de naheffingsaanslag terugbrengt tot nihil en de betaalverzuimboete vernietigt.
5
26 08 2016
Bij afzonderlijke beschikking wordt het teruggaafverzoek afgewezen.
6
24 10 2016
De kantonrechter te [Z] stelt belanghebbende onder bewind.
7
9 12 2016
De inspecteur doet uitspraak op bezwaar; enkel de aangifteverzuimboete van € 65 wordt gehandhaafd.
8
12 12 2021
Belanghebbende verzoekt weer om teruggaaf van omzetbelasting over het eerste kwartaal van 2016 ditmaal voor een iets lager bedrag van € 13.973. Belanghebbende verzoekt voor het verschil met het teruggaafverzoek van 3 augustus 2016 (van € 15.033) om een naheffingsaanslag (van € 1.060) op te leggen.
9
8 02 2022
De inspecteur wijst de verzoeken af (er volgt geen teruggaaf en er wordt geen naheffingsaanslag opgelegd).
10
24 07 2022
Belanghebbende stelt tegen de brief van 8 februari 2022 beroep in bij de rechtbank.
11
25 09 2022
Belanghebbende dient een nader stuk waarin hij verklaart dat een overschrijding van enige termijn verschoonbaar is vanwege zijn geestesziekte.
12
11 07 2023
Het bewind waar belanghebbende onder is gesteld wordt opgeheven.