ECLI:NL:GHAMS:2025:1719
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Incident tot voeging en tussenkomst in Dexia-zaak; toewijzing; proceskosten begroot op nihil
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 1 juli 2025 uitspraak gedaan in een incident tot voeging en tussenkomst in een Dexia-zaak. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.B. Maliepaard, heeft gevorderd om als gevoegde en tussenkomende partij te worden toegelaten in de hoofdzaak. Dexia, vertegenwoordigd door mr. I.M.C.A. Reinders Folmer, heeft zich geconformeerd aan het oordeel van het hof, terwijl de geïntimeerde, eveneens vertegenwoordigd door mr. J.B. Maliepaard, heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de appellant.
Het hof heeft vastgesteld dat de appellant voldoet aan de eisen voor toelating als gevoegde partij aan de zijde van de geïntimeerde en als tussenkomende partij. De incidentele vordering van de appellant is toegewezen. Het hof heeft de hoofdzaak naar de rol verwezen voor een memorie aan de zijde van de appellant, waarin hij zijn standpunten ter ondersteuning van de vordering van de geïntimeerde kan onderbouwen. Dexia en de geïntimeerde krijgen de gelegenheid om hierop te reageren.
Daarnaast is Dexia als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het incident, die aan de zijde van de appellant zijn begroot op nihil, omdat er geen werkzaamheden van betekenis zijn verricht. Het hof heeft de verdere beslissing aangehouden en de zaak naar de rol van 12 augustus 2025 verwezen voor de memorie aan de zijde van de appellant.