ECLI:NL:GHAMS:2025:1814

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 juli 2025
Publicatiedatum
14 juli 2025
Zaaknummer
200.312.821/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Definitieve benoeming deskundige in hoger beroep inzake contractuele geschil tussen On Air B.V. en Triple IT B.V.

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, gaat het om een hoger beroep tussen On Air B.V. en Triple IT B.V. Het hof heeft op 15 juli 2025 een arrest gewezen waarin het de definitieve benoeming van een deskundige heeft bepaald. De partijen, On Air B.V., gevestigd te Baarn, en Triple IT B.V., gevestigd te Alkmaar, zijn in een geschil verwikkeld over de uitvoering van een contract betreffende de ontwikkeling van een website. Het hof heeft eerder, in een tussenarrest van 1 april 2025, partijen verzocht om hun standpunten te verduidelijken over de hoogte van het voorschot voor de deskundige. Beide partijen hebben aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het voorgestelde bedrag. De deskundige zal zich richten op de mogelijkheid van tijdige oplevering van de website en de oorzaken van eventuele vertraging. Het hof heeft mr. F.W.J. Meijer benoemd tot raadsheer-commissaris, die toezicht zal houden op het deskundigenonderzoek. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn vastgesteld op € 16.909,15, waarvan beide partijen ieder de helft dienen te betalen. Het hof heeft de verdere procedure aangehouden en partijen de gelegenheid gegeven om te reageren op het deskundigenbericht dat voor 2 december 2025 moet worden ingediend.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.312.821/01
zaak-/rolnummer rechtbank : C/15/319676 /HA ZA 21-464
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 15 juli 2025
inzake
ON AIR B.V.,
gevestigd te Baarn,
appellante,
advocaten: mrs. M.P. Loth en A.W.D Lensink te Amsterdam,
tegen
TRIPLE IT B.V.,
gevestigd te Alkmaar,
geïntimeerde,
advocaten: mrs. S.C.M.J.V.L. Kloppers en J.B. Schmaal te Amsterdam.
Partijen worden hierna On Air en Triple IT genoemd.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het door het hof gewezen tussenarrest van 1 april 2025;
- een H16-formulier van Triple IT van 22 april 2025;
- de akte uitlating na tussenarrest van On Air.
1.2
Vervolgens heeft het hof wederom arrest bepaald.

2.De verdere motivering van de beslissing in hoger beroep

Persoon van de deskundige
2.1
In het tussenarrest van 1 april 2025 heeft het hof partijen verzocht om – indien zij niet kunnen instemmen met de hoogte van het door de te benoemen deskundige voorgestelde voorschot – zich daarover bij akte uit te laten.
2.2
In het H16 -formulier van 22 april 2025 heeft Triple IT laten weten geen bezwaar te willen maken en geen akte te zullen indienen. On Air heeft in haar akte uitlating na tussenarrest eveneens laten weten geen bezwaren te hebben tegen de hoogte van het voorschot van het deskundigenonderzoek.
2.3
Het hof zal dan ook overgaan tot definitieve benoeming van de heer [naam] als deskundige. Het hof handhaaft eveneens de in het tussenarrest van
1 april 2025 verwoorde vraagstelling.
De aan de deskundige te stellen vragen
2.4
De deskundige dient gemotiveerd en zo nauwkeurig mogelijk antwoord te geven op de volgende vragen:
i. Mogelijkheid van tijdige oplevering
- Zou Triple IT gegeven de door haar tot 11 mei 2021 verrichte werkzaamheden en de daarna nog te verrichten werkzaamheden redelijkerwijs in staat zijn geweest een werkende website/front-end, met de door On Air gewenste functionaliteiten (waaronder het kopen van een kaartje en toegang krijgen tot een opname of livestream, omschreven in de user stories zoals opgenomen op de back log) uiterlijk op 30 juni 2021 tot stand te brengen en af te leveren? Zo ja, welke feiten en omstandigheden zijn hierbij naar uw deskundige opvatting relevant?
ii. Oorzaken van een (eventuele) vertraging
- Indien dit niet het geval is, welke oorzaken lagen ten grondslag aan de vertraging?
- In welke mate zijn de oorzaken van de vertraging gelegen in externe afhankelijkheden, zoals de medewerking van de door On Air zelf gekozen leveranciers en/of wijzigingen in eisen van On Air?
- In welke mate is de vertraging gelegen in (ernstige) fouten of tekortkomingen van Triple IT zelf of de inzet van te weinig of te veel wisselend (deskundig) personeel?
iii. Betekenis binnen de branche
- Welke betekenis komt er binnen de branche gebruikelijk toe aan de door partijen gehanteerde terminologie zoals:
-- Agile/Scrum
-- Front-end
-- Sprint
-- Scrum Master
-- Done?
iv. Deel(op)leveringen; aanlevering, keuring en aanvaarding
- Is het in de branche bij een Agile/Scrum ontwikkeling van software als de onderhavige (een front-end) mogelijk en ook gebruikelijk dat wordt gewerkt met deel(op)leveringen (sprints)?
- Zo ja, wat houden deze deel(op)leveringen dan in?
- Zo ja, hoe worden deze tussentijdse leveringen door de respectievelijke partijen aangeleverd, gekeurd en aanvaard?
- Op welke wijze heeft dit tussen partijen feitelijk plaatsgevonden?
- Hoe verhouden deze leveringen en keuringen zich tot de tickets zoals die hier in deze zaak per sprint werden uitgevoerd, beoordeeld en al dan niet werden afgesloten met de kwalificatie “done” en met de door partijen gehouden Friends & Family test?
v. Overig
- Geeft het onderzoek overigens nog aanleiding tot het maken van opmerkingen, die in verband met de beslissing van dit geschil van belang zouden kunnen zijn?
Raadsheer-commissaris
2.5
Het hof zal tot raadsheer-commissaris benoemen mr. F.W.J. Meijer. Het hof zal bepalen dat de deskundige het onderzoek in beginsel zelfstandig zal verrichten, maar als de raadsheer-commissaris daarvoor aanleiding ziet, onder zijn leiding.
Communicatie
2.6
Indien de deskundige vragen heeft over de uitvoering van het onderzoek, kan hij zich wenden tot de raadsheer-commissaris via de griffie van het hof (afdeling civiel recht en belastingrecht, Team handelsrecht), onder vermelding van de namen van partijen en het zaaknummer. De griffie of de raadsheer-commissaris zal de deskundige berichten.
Voorschot
2.7
Zoals in (rechtsoverweging 4.7 van) het tussenarrest van 23 april 2024 is bepaald, dient het voorschot voor de kosten van de deskundige te worden gedragen door beide partijen, ieder voor de helft. De kostenbegroting – zoals in rechtsoverweging 2.2 van het tussenarrest van 1 april 2025 is bepaald - bedraagt € 16.909,15 inclusief 21% BTW.
2.8
Partijen zijn in de gelegenheid gesteld te reageren op deze kostenbegroting en hebben aangegeven tegen deze begroting geen bezwaar te hebben. Het hof ziet daarom geen aanleiding om van het door de deskundige geraamde voorschot af te wijken.
2.9
Het hof zal bepalen dat voorafgaand aan het deskundigenonderzoek door ieder der partijen een voorschot ter hoogte van het bedrag van afgerond € 8.454,60 (inclusief BTW) voor de kosten van de deskundige voldaan moet worden.
Vervolg van de procedure
2.1
Het hof houdt iedere verdere beslissing aan.

3.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de in rechtsoverweging 2.4 van dit arrest geformuleerde vragen;
benoemt tot deskundige:
De heer [naam] ,
[straat] , [plaats] ;
E-mail: [mail]
Telefoon: [nummer] .
bepaalt dat de griffier een afschrift van dit arrest aan de deskundige zal toezenden;
bepaalt dat beide partijen vóór 2 september 2025 kopieën van de gedingstukken aan de deskundige zullen doen toekomen, alsmede, na een verzoek daartoe van de deskundige, de andere door deze noodzakelijk geachte stukken, voor zover mogelijk;
beveelt partijen om aan de deskundige alle door deze gewenste inlichtingen te verstrekken, alsmede toegang te verlenen tot de gewenste IT-systemen;
bij de uitvoering van het onderzoek moeten deskundige de
Leidraad Deskundigen in civiele zakenvolgen die is gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
wijst de deskundige op het bepaalde in artikel 198 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, met name op de verplichting om bij het onderzoek partijen in de gelegenheid te stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen en om in het schriftelijk bericht te doen blijken dat aan dit voorschrift is voldaan, onder vermelding van de inhoud van de opmerkingen en/of verzoeken;
bepaalt dat de deskundige zich - door tussenkomst van de griffie - met vragen en opmerkingen zal wenden tot mr. F.W.J. Meijer, die hierbij wordt benoemd tot raadsheer-commissaris;
bepaalt dat de deskundige een voorschot toekomt van
€ 16.909,15 inclusief 21% BTW;
bepaalt dat iedere partij als voorschot op de kosten van de deskundige een bedrag van
€ 8.454,60dient te voldoen; zij zullen daarvoor van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak een nota ontvangen met betaalinstructies; het bedrag moet worden voldaan binnen twee weken na ontvangst van die nota;
bepaalt dat de griffier onmiddellijk na betaling van het desbetreffende voorschot de deskundige hiervan in kennis zal stellen en dat de deskundige pas dan met het onderzoek behoeft te beginnen;
bepaalt dat wanneer het voorschot wordt overschreden de deskundige zijn werkzaamheden staakt, in afwachting van verhoging van het voorschot, en dat hij het hof hiervan op de hoogte stelt;
bepaalt dat de deskundige een schriftelijk, ondertekend bericht zal inleveren ter griffie van het hof vóór 2 december 2025;
bepaalt dat de deskundige tegelijk met dit bericht zijn declaratie ter griffie zal indienen onder vermelding van zaaknummer 200.312.821/01;
verwijst de zaak naar de rol van 2 december 2025 voor deskundigenbericht;
bepaalt dat partijen vier weken daarna bij memorie gelijktijdig op het deskundigenbericht zullen kunnen reageren en dat zij vervolgens vier weken daarna op elkaars memories kunnen reageren;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. O.G.H. Milar, F.W.J. Meijer en O.L. Nunes en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2025.