Uitspraak
mrs. W.A. Westenbroek,
C.M. Reijnenen
H.M.W. Hompeschkantoorhoudende te Amsterdam,
mrs. R.G.J. de Haan,
S.R.F. Aartsen
D.H. Tilanus, kantoorhoudende te Amsterdam.
Het verloop van het geding
going concern, liquidatie en overname, tot de mogelijkheden behoorden en dat in alle drie de scenario’s, de waarde van de aandelen substantieel hoger is dan in het overdrachtsplan was bepaald;
Submission Protocol’op 17 maart 20217 getekend door Trier en DNB;
Agreement re post-completion covenantsondertekend op 17 maart 20217 door DNB, Trier en partijen genaamd Netherlands Insurance Holding Inc. (Delaware), NIH Capital LLC (North Carolina) en [een Amerikaanse investeerder] ;
Recapilization Commitmentondertekend op 17 maart 2017 door DNB, Trier en de heer [een Amerikaanse investeerder] alsmede door de Amerikaanse vennootschap NIG Capital LLC (North Carolina)
Aggregate Excess of Loss Reinsurance Treatyop 15 mei 2017 ondertekend door de nieuwe bestuurders van Conservatrix N.V. en de Amerikaanse vennootschap Colorado Bankers Life Insurance Company;
Process Lettervan DNB;
KPMG Advisory N.V. (“the market value of the reinsurance agreement was assessed bij KPMG Advisory N.V.”);
2 Inleiding en feiten
run off;
en blocclausule en dat de onderhandelingen binnen acht weken resulteren in een onvoorwaardelijke bieding. Conservatrix Groep heeft deze voorwaarden niet geaccepteerd. De onderhandelingen tussen DNB en RGA hebben niet tot overeenstemming geleid en zijn op 24 februari 2017 geëindigd.
en blocclausule toepast.
en blocclausule toe te passen.
Day Onerapportage die Conservatrix N.V. op 20 mei 2016 heeft ingediend bij DNB, is gebleken dat Conservatrix N.V. ook onder Solvabiliteit II kampt met een structureel solvabiliteitstekort. Op 1 januari 2016 komt de solvabiliteitsratio uit op bijna 26%. Eind 2016 is de aanwezige solvabiliteit ook weer negatief.
“Elk concreet uitzicht op versterking van het kapitaal van Conservatrix door of van de zijde van Conservatrix Groep ontbreekt. Al in 2014 heeft Conservatrix Groep te kennen gegeven niet te willen bijstorten, en ter zitting bij de Ondernemingskamer en tijdens de mondelinge behandeling van het onderhavige verzoek heeft zij dit herhaald.”
due diligenceonderzoek en/of waren niet met dezelfde waarborgen voor onder meer de polishouders omkleed;
- Conservatrix Groep heeft nog een derde scenario naar voren gebracht, inhoudende dat Conservatrix N.V. op de peildatum zonder versterking van haar solvabiliteit haar onderneming had kunnen voortzetten omdat het standpunt van DNB dat Conservatrix N.V. niet voldeed aan het solvabiliteitsvereiste onder Solvency II onjuist is en de rechter een verzoek van DNB tot toepassing van de noodregeling of faillissement om die reden zou hebben afgewezen. In dat scenario zouden de aandelen in Conservatrix N.V. zonder wijziging van haar solvabiliteit ‘
- Uitgaande van het Liquidatiescenario zal een redelijk handelend koper niet bereid zijn een hogere prijs voor de aandelen te betalen dan € 1,-. In het Liquidatiescenario als toekomstperspectief is het verzoek van Conservatrix Groep tot vaststelling van een aanvullende schadeloosstelling dus niet toewijsbaar.
- Wat betreft het Overnamescenario heeft Conservatrix Groep gemotiveerd gesteld dat de door Trier betaalde prijs van € 1,- de werkelijke waarde van de aandelen niet weerspiegelt. De Staat heeft dat weersproken.
- De Ondernemingskamer zal een deskundigenonderzoek gelasten ter beantwoording van de vraag naar de waarde van de aandelen in Conservatrix N.V. per 15 mei 2017 in het Overnamescenario.
3.De gronden van de beslissing
“shall capitalize the Company in line with arrangements with DNB (…) within two (2) business days after the Transfer Date”.Uit het Evaluatierapport van de evaluatiecommissie Conservatrix van 14 december 2021 blijkt nu dat DNB al begin maart 2017 wist dat geen sprake zou zijn van een kapitaalstorting of kapitaalversterking door Trier die zou voorzien in een solvabiliteitsratio van ten minste 135%. Begin maart 2017 heeft DNB afspraken gemaakt die erin voorzagen dat Conservatrix N.V. ruim € 100 miljoen van haar eigen activa zou aanwenden als premie voor een met Colorado Bankers Life Insurance Company (hierna: CBL) te sluiten herverzekeringsovereenkomst (hierna ook: de Herverzekering) waarmee voor een bedrag van € 150 miljoen aan verzekeringsverplichtingen van Conservatrix N.V. door CBL zouden worden herverzekerd. De solvabiliteit van Conservatrix N.V. zou dus niet worden verbeterd door een kapitaalstorting of -versterking door Trier maar (mede) door de Herverzekering van CBL.
Submission Protocolis getekend waarin de afspraken over de Herverzekering zijn opgenomen. Daarnaast is op 17 maart 2017 mede door DNB en Trier een
Agreement re post-completion covenants(hierna: de
Agreement) getekend, waarbij als annex 1 een
Recapitalization Commitmentvan dezelfde datum was gevoegd. Voorts is er op 15 mei 2017, na de overdracht een
Aggregate Excess of Loss Reinsurance Treaty(hierna: de
Reinsurance Treaty) gesloten die daarvoor al door DNB moet zijn uit onderhandeld en dus bekend was. Deze stukken zijn ten onrechte door de Staat en DNB achtergehouden in respectievelijk de Schadeloosstellingsprocedure en de Overdrachtsprocedure.
“vanaf de dag waarop het bedrog aan de benadeelde partij bekend is, hetgeen wil zeggen vanaf de dag waarop aan deze partij alle feiten en omstandigheden bekend zijn, die tezamen de kwalificatie van het gedrag van de wederpartij als bedrieglijk wettigen.”De Staat betwist dat Conservatrix Groep het vermeende bedrog pas heeft kunnen afleiden uit het Evaluatierapport en met de relevante feiten en omstandigheden pas bekend werd op 25 februari 2025. DNB heeft in haar verweerschrift van 19 oktober 2017 in de cassatieprocedure al uiteengezet dat de
recapitalization commitmentvan Trier zowel een agiostorting betrof als de herverzekeringsovereenkomst tussen Conservatrix N.V. en CLB. Daarin ligt ook besloten dat de betreffende herverzekeringsovereenkomst al was uit onderhandeld en opgesteld voor de datum van de gedwongen overdracht. Bovendien was Conservatrix Groep in ieder geval al in 2018 bekend met de op 26 april 2018 vastgestelde jaarrekening 2017, waarin was vermeld dat de door Trier bewerkstelligde kapitaalversterking mede bestond uit een (door DNB beoordeelde) Herverzekering en dat die was aangegaan als onderdeel van de overdracht aan Trier. Uit de processtukken van Conservatrix Groep in de cassatieprocedure blijkt dat Conservatrix Groep op dat moment de jaarrekening 2017 goed had bestudeerd en op de hoogte was van de situatie rondom de Herverzekering. Conservatrix Groep heeft daarnaast, bij monde van haar (voormalig) advocaat mr. Bartman en haar financiële adviseur Roodbol, vanaf 2019 meermaals diverse standpunten ingenomen over de Herverzekering, waaronder in het kader van de Schadeloosstellingsprocedure. Tot slot was ook het Evaluatierapport al veel langer bekend bij Conservatrix Groep. Dat volgt onder andere uit het feit dat [certificaathouder A] door de evaluatiecommissie Conservatrix is gehoord en met deze commissie in contact stond. Bovendien is er veel aandacht in de media geweest toen het Evaluatierapport werd gepubliceerd. Conservatrix Groep althans haar advocaten hebben het Evaluatierapport na publicatie ook bij herhaling aangehaald.
- de door Trier op grond van het overdrachtsplan te verschaffen kapitaalversterking van Conservatrix N.V. om tot een solvabiliteitsratio van tenminste 135% te komen (deels) bestond uit de met CBL gesloten Herverzekering;
- de voor de Herverzekering verschuldigde premie van € 100 miljoen is betaald uit de eigen middelen van Conservatrix N.V.; en
- de Herverzekering al ruim voor 17 maart 2017 met CBL was uit onderhandeld en vastgelegd.
- de solvabiliteitsratio van Conservatrix N.V. als gevolg van de Herverzekering ten tijde van de behandeling van het verzoek om goedkeuring van het overdrachtsplan door de rechtbank Amsterdam al ruim boven de 135% lag;
- Conservatrix N.V. op de peildatum haar onderneming dus had kunnen voortzetten, althans;
- Conservatrix N.V. ook zelf een vergelijkbare herverzekering had kunnen sluiten en aldus de gevaarlijke ontwikkeling tijdig ten goede had kunnen keren.
- de rechtbank in de Overdrachtsprocedure bij een juiste kennis van de feiten het verzoek om goedkeuring van het overdrachtsplan in de beschikking van 15 mei 2017 zou hebben afgewezen omdat: i) niet summierlijk blijkt van tekenen van een gevaarlijke ontwikkeling ten aanzien van de solvabiliteit van Conservatrix N.V., althans dat redelijkerwijs te voorzien was dat die ontwikkeling tijdig voldoende ten goede zou keren en ii) de in het overdrachtsplan genoemde prijs van € 1 dus niet een redelijke prijs was; en
- de Ondernemingskamer in de Schadelosstellingsprocedure het
€ 100 miljoen door Conservatrix N.V. uit eigen middelen is voldaan is ook dat onjuist. De met CBL gesloten Herverzekering hing onlosmakelijk samen met de totstandkoming van het overdrachtsplan, waarin bij overdracht van de aandelen aan Trier, ook een agiostorting door Trier van € 18,4 miljoen was voorzien. De Staat heeft er op gewezen dat de Herverzekering aldus onderdeel was van het geheel van maatregelen dat zou moeten leiden tot de beoogde kapitaalversterking en dat de Herverzekering in dat kader niet op marktconforme voorwaarden is gesloten. Dat een andere voor DNB acceptabele derde partij bereid zou zijn geweest om zonder overdrachtsplan tegen betaling van een premie van € 100 miljoen een Herverzekering af te sluiten voor € 150 miljoen aan verzekeringsverplichtingen van Conservatrix N.V. is door Conservatrix Groep niet gesteld en dat is ook niet aannemelijk geworden.
Ik heb je voorstel doorgenomen en stel vast dat het een transactie is die maar één doel dient en dat is het ophoog brengen van de vereiste solvabiliteit van de Conservatrix. Het is een transactie die niet past in de reguliere bedrijfsvoering van een verzekeraar in continuïteit. De transactie wordt gedraaid met een verbonden partij en komt niet tot stand at arms length. In het voorstel is al aangegeven dat zelfs de interne procedures niet zijn gevolgd. Er is ook aangegeven dat er onzekerheid is over de opstelling van DNB. Daarnaast ligt er geen 2nd opinion op de overeenkomst noch op de becijferingen die de transactie motiveren. De impact op het verdienmodel is niet doorgerekend. Met de waargenomen kwaliteit van Conservatrix zelf (en de mate van bekendheid met dergelijke ingrijpende transacties) is dat - in ieder geval voor mij - voor mij een “must have”. Tot slot ontbreekt mij elk inzicht in de soliditeit van de partij die de transactie met Conservatrix aangaat en kan ik dus ook niet beoordelen in welke mate de belangen van de polishouders worden geschaad c.q. gediend met de voorgenomen transactie.”
Elk concreet uitzicht op versterking van het kapitaal van Conservatrix door of van de zijde van Conservatrix Groep ontbreekt. Al in 2014 heeft Conservatrix Groep te kennen gegeven niet te willen bijstorten, en ter zitting bij de Ondernemingskamer en tijdens de mondelinge behandeling van het onderhavige verzoek heeft zij dit herhaald.” Zoals [certificaathouder A] namens Conservatrix Groep bij de rechtbank op 10 april 2017 verklaarde: “
Ons vermogen zit in de onderneming. Er is al EUR 4,5 miljoen bijgestort. Nadere bijstortingen zitten er niet in.”
As part of the agreement with DNB the new shareholder recapitalized the company above the envisaged minimum Solvency II ratio of 135% by injecting € 18.4 million of capital directly and € 72.1 million via a reinsurance agreement with Colorado Bankers Life, affiliate US company. The market value of the reinsurance agreement was assessed by KPMG Advisory N.V. After the recapitalization DNB revoked the appointment of the trustee but the company is still under so-called intensified supervision from DNB.”
Dat Conservatrix rond 15 mei 2017, ten tijde van de goedkeuring van het overdrachtsplan, (en voordien) een wezenlijk kerngezonde onderneming was, blijkt ook wel uit haar resultaat over het boekjaar 2017, zoals kenbaar uit haar onlangs op de website gepubliceerde jaarrekening.