ECLI:NL:GHAMS:2025:2864

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
28 oktober 2025
Publicatiedatum
24 oktober 2025
Zaaknummer
200.354.520/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep KLM tegen [geïntimeerde] inzake beëindiging arbeidsovereenkomst wegens grensoverschrijdend gedrag

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V. (KLM) om de arbeidsovereenkomst met [geïntimeerde] te beëindigen. KLM had eerder een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend, omdat [geïntimeerde] zich schuldig zou hebben gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag, waaronder antisemitische opmerkingen en seksuele intimidatie. De kantonrechter had het verzoek van KLM afgewezen, omdat het onderzoek naar de beschuldigingen niet als ondeugdelijk werd beschouwd en er onvoldoende bewijs was voor de ernstige verwijten. KLM ging in hoger beroep, maar het hof oordeelde dat de kantonrechter terecht had geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst niet kon worden ontbonden. Het hof concludeerde dat de beschuldigingen van KLM niet voldoende waren onderbouwd en dat er geen sprake was van een duurzaam verstoorde arbeidsrelatie. Het hof bekrachtigde de beslissing van de kantonrechter en wees de verzoeken van KLM af.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.354.520/01
zaaknummer rechtbank : 11371300\EA VERZ 24-1022
beschikking van de meervoudige burgerlijke kamer van 28 oktober 2025
inzake
KONINKLIJKE LUCHTVAARTMAATSCHAPPIJ N.V.,
gevestigd te Amstelveen,
appellante,
advocaat: mr. T. Ridder te Amsterdam,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonende te [plaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. M.H. Andreae te Utrecht.
Partijen worden hierna KLM en [geïntimeerde] genoemd.

1.De zaak in het kort

Ook in hoger beroep wordt het verzoek om het einde van de arbeidsovereenkomst te bepalen op de e-, g- of i-grond vanwege grensoverschrijdend gedrag afgewezen.

2.Het geding in hoger beroep

KLM is bij beroepschrift met producties, ontvangen ter griffie van het hof op 13 mei 2025, in hoger beroep gekomen van de beschikking die de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, (hierna: de kantonrechter) op 13 februari 2025 onder bovenvermeld zaaknummer heeft gegeven (hierna: de bestreden beschikking).
Op 28 juli 2025 is ter griffie van het hof een verweerschrift in hoger beroep met producties, van [geïntimeerde] ingekomen. Daarna zijn van de zijde van [geïntimeerde] nog overgelegd producties 9 tot en met 17 en van de zijde van KLM nog productie 27.
Partijen hebben de zaak tijdens de mondelinge behandeling van 12 september 2025 laten toelichten, KLM door mr. Ridder voornoemd en [geïntimeerde] door mr. Andreae voornoemd, beiden aan de hand van overgelegde spreekaantekeningen.
Uitspraak is nader bepaald op heden.
Beide partijen hebben bewijs van hun stellingen aangeboden.

3.Feiten

De kantonrechter heeft in 2.1 tot en met 2.8 van de bestreden beschikking de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. In hoger beroep is niet in geschil dat de feiten juist zijn weergegeven, zodat ook het hof van deze feiten uitgaat. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten, komen de feiten neer op het volgende.
3.1.
[geïntimeerde] , geboren in [jaar] , is sinds 27 augustus 1996 in dienst bij KLM. Zijn functie is Purser, met een loon van € 7.178,00 bruto per maand. Als Purser geeft [geïntimeerde] (in samenwerking met de Senior Purser) aansturing aan de cabin crew.
3.2.
Van 8 tot 16 augustus 2024 heeft [geïntimeerde] gewerkt op een shift naar en van Buenos Aires. Deze shift bestond uit een aantal vluchten.
3.3.
Eind augustus 2024 heeft KLM haar interne veiligheidsdienst KLM Security Services opdracht gegeven om onderzoek te doen naar het handelen van [geïntimeerde] tijdens voornoemde vluchtcyclus, dit naar aanleiding van een gesprek van één van de Cabin Attendants ( [naam 1] ) over die shift met haar leidinggevende. Op 27 augustus 2024 is [geïntimeerde] na afloop van een vlucht opgewacht door de Manager Cabin Crew met de mededeling dat er een onderzoek is gestart naar aanleiding van incidenten op de vlucht naar Buenos Aires. Bij brief van 27 augustus 2024 is aan [geïntimeerde] het volgende bevestigd:
‘Wij doen hier onderzoek naar en beraden ons hierover. Dat betekent dat u op dit moment niet mag werken totdat het onderzoek is afgerond.’
3.4.
In dit onderzoek heeft KLM Security Services achtereenvolgens verklaringen afgenomen:
- op 30 augustus 2024 van Cabin Attendant [naam 1] (1986), zie 3.5
- op 30 augustus 2024 van Senior Purser [naam 2] (1969), zie 3.6
- op 3 september 2024 van World Business Specialist [naam 3] (1977), zie 3.7
- op 5 september 2024 van gezagvoerder [naam 4] (1973), zie 3.8
- op 6 september 2024 van Cabin Attendant [naam 5] (1998), zie 3.9
- op 9 september 2024 van Cabin Attendant [naam 6] (1994), zie 3.10
3.5.
In de verklaring van [naam 1] staat onder andere het volgende:
‘(..) Hij zei: “ik ben een turk, ik neuk alles, mensen, schapen, mannen, vrouwen’. (..) Op de avond zei hij tegen [naam 6] “jij hebt echt mooie ogen, neuken” (..) Op de heenweg hadden we een Joodse passagier (..) met een petje op. Hij wilde van alles en zat tegen mij te knippen met zijn vingers. (..) en zeg ik wat een vervelende man tegen [geïntimeerde] . Waarop hij zei dat hij een hekel had aan Joden. “Ik haat dat volk, ik haat Joden” en hij maakte een spugende beweging op het broodje. (..) bleef hij ook maar grapjes maken bijvoorbeeld dan deed ik iets in de bin en gaf aan dat dit een klein gaatje was. Waarop hij zei “net zo nauw als jouw gaatje” dit deed hij ook bij [naam 6] . (..) In de crewbus (..) weer geen Kuala Lumpur daar zit mijn favoriete hoertje. En hij maakte weer veel opmerkingen over seks en anaal. Hier zaten ook IPB’ers bij. (..) Hij gaf ook aan dat hij een collega uit de achterste galley nog helemaal uit elkaar had getrokken, een reis of twee reizen daarvoor. (..) Ik vond hem niet fysiek opdringerig’.
3.6.
In de verklaring van [naam 2] staat onder andere het volgende:
‘(..) De heenreis verliep normaal. (..) Ik heb de crew ook niet gezien buiten de vluchten. (..) En op de terugvlucht ontplofte het tussen (..) [naam 1] (Hof: [naam 1]
) en de purser (Hof: [geïntimeerde]
) (..) Het is een mannetje (..) Hij reageerde dat ik wel blij zou zijn geweest met Tel Aviv vorig zomer. Hij zei toen mijn volk en mijn land is het niet (..)’.
3.7.
In de verklaring van [naam 3] staat onder meer het volgende;
(..) toen werd er een pakketje gepakt voor koosjere maaltijden. En toen werd er gezegd van “als ik ergens een hekel aan heb, dan is het aan joden en Israëliërs. Dus ik spuug op een maaltijd en ik maak het gewoon open.” Er werd een maaltijd opengemaakt en rochel en daarna schoongeveegd en dan keihard lachen van “ik heb gewoon zo’n hekel aan joden” en hij wist (..). dus elke keer als ik iets verkeerds aanvoelde ook seksuele opmerkingen van “ga maar lekker door je knieën”(..) Nou heb ik in de bus alleen maar schokkender verhalen gehoord. (..) hele week zit ik alleen maar in mijn hotelkamer, alleen maar seks (..) ik zeg altijd likken, likken, hier likken, daar likken, anaal (..) En dan vroeg [naam 8] volgens mij van “ben je dan niet bang?” (..) (..) In de bus zaten IPB’ers. (..) Ik heb zelf ervaren dat ik achterin kwam en er op de maaltijd gespuugd. (..) Toen pakte hij twee pakketjes toen zei die “oh, dat moet allemaal dicht blijven. Ik maak ze open”, maakte die het open en toen maakte hij die rochel. Hij zegt, “ik spuug op joden”, dus toen ging die rochelen en toen spuugde die erop, maar veegde het netjes schoon met zijn mouw dus, en (..) “Ik ben dus niet racistisch, maar bij joden wel racistisch en Israëliërs ik heb gewoon een schijthekel aan”. Het was meer een beweging. Ik denk een paar spetters. Dus meer gewoon ¾ spatjes was geen slijm spuug (..). Een soort tuffen’. V: waren er op dat moment nog andere mensen aanwezig in de galley? A: Nee, volgens mij, want dat was het juist. [naam 1] mocht in de cockpit zitten (..) Ze zegt achteraf volgens mij wel dat ze het heeft gehoord, dus dat hij het heeft verteld. Dat heeft zij mij gisteren gezegd’.
3.8.
In de verklaring van [naam 4] staat onder meer het volgende:
‘Op de heen van AMS naar EZE (…) is er eigenlijk niks noemenswaardigs gebeurd. (..) Dat die zich heel erg kon profileren op heteroseksueel gebied. (..) Dat was eerst grappig, maar het werd irritant. Op een gegeven moment zaten we met zijn 3’en in een taxi waaronder [geïntimeerde] . Toen heb ik tegen hem gezegd het is wel geinig dat jij jezelf laat zien op seksueel gebied maar daar kan je mee in de problemen komen. Maar als purser heb je ook een voorbeeldfunctie. (..) Dit heeft hij beaamd (..). De volgende dag (…) leek hij te zijn bijgedraaid. (..)Die avond werd ik benaderd (..) dat er toch wat was voorgevallen tijdens die vlucht (..) Hij zou tegen een CA hebben gezegd dat hij een hekel had aan Joden en op een broodje gespuugd. (..) Ik heb hem niet expliciet seksuele opmerkingen horen maken tegen een van de stewardessen. Wel dat het gesprek altijd over seks ging (..) Het ging soms ook specifiek over hoe hij vond dat het specifiek moest gaan bij hem. (..) Zijn mening over Joodse mensen is niet voorbij gekomen in onze tijd in Buenos Aires. Ik weet niet of het echt gebeurd is’.
3.9.
In de verklaring van [naam 5] staat onder meer het volgende:
‘(..) het was gelijk heel gezellig met [naam 1] en met [geïntimeerde] . Vanaf dat moment begint het grappig en onschuldig over gezellig-geit en daarna begon hij over het neuken van geiten “ik neuk alles. Ik neuk alles en iedereen’. (..) Ik was begonnen met het voorbereiden op de service waarop hij aangaf dat ik wel op een bepaalde manier moest bukken want dat was beter voor mij rug en kon hij mijn kont zien. (..) Ook vertelde hij dat hij op de vorige vlucht een stewardess had geneukt (..) Tijdens het boarden liet hij zo een foto zien van een heel leuk meisje dat hij dan in Bangkok had leren kennen. Hij duwde opeens een naakte vrouw in mijn gezicht. (..) Op de terugvlucht voelde hij zich genoodzaakt om aan mij te vragen “neuken?” en dat dan heel hard weglachen. Ik heb hem deze grap ook tegen [naam 1] horen maken. Hij zei ook: “als je het vervelend vindt moet je het zeggen.”(..) Ik heb gehoord dat iemand Joods was op een vlucht en dat [geïntimeerde] op een Joodse maaltijd had gespuugd. Hier was ik niet bij en heb ik achteraf gehoord. (..) Ik vertelde tijdens de vlucht iets over mezelf, dat mijn vader was overleden. Waarop hij reageerde met “daddy issues, geil”. Dit vond ik heel ongepast. Hij gaf ook aan dat hij alles neukte, vrouw, man, geiten, maakt niet uit. (..) tijdens de eerste reis was het gezellig en lachen (..) hij zat ernaast toen zei hij “wist je dat je hele mooie ogen heb”. Het was op een aparte toon.’
3.10.
In de verklaring van [naam 6] staat onder meer:
‘(..) Bijvoorbeeld dat ik zei “dat doe je goed” dat hij reageerde “neuken?” Ook kwam hij een keer naar achterin en vroeg waar hij zijn kar kwijt kon. Ik gaf aan waar een opening was en hij reageerde “ik heb liever jouw opening”. Ik vlieg nu al 7 jaar en het nog nooit zoveel meegemaakt. (..) In het hotel bij het ontbijt kwam hij naar mij toe met de vraag “waarom deed je niet open, ik heb de hele nacht staan kloppen.” Het was de continuïteit van de seksuele grappen waardoor het niet meer leuk was. Ook vertelde hij verhalen over prostituees en dat ik een goede prostituee zou zijn (..) en dat hij mij wel zou bestellen. Het lastige vind ik dat ik hem niet een slechte man vind, maar dat ik het idee heb dat hij een verslaving heeft. (..) Later heb ik gezien dat [naam 8] en [geïntimeerde] nog gesprek hebben gehad (…) dat het gedrag van [geïntimeerde] was veranderd. (…) dominante gedrag was voor 70% verzacht. (..) Tijdens dat etentje heb ik het best gezellig gehad (..) Wat eerst shocking en grappig was is daarna alleen ongemakkelijk’.
3.11.
Op 3 september 2024 is [geïntimeerde] zelf gehoord door KLM Security Services. In zijn verklaring staat onder meer:
‘Ik heb het gehad over geitenneukers, schapenneukers het is grappig bedoeld. (..) V: Heb je wat over Joden gezegd? A: ja, dat Israël het terug moet geven aan Turkije. (..) Ik heb “tuah” gezegd terwijl ik een koosjer maaltijd vast had. Daarna is deze geserveerd aan de passagier. (..) “tuah’ zeggen vind ik geen spugende beweging. (..) Volgens mij heb ik gehoord “kut joden ”of “ik heb een hekel aan joden”. “ik heb een hekel aan joden” heb ik absoluut gehoord,(..)
3.12.
Op 11 september 2024 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen [geïntimeerde] , [naam 9] (manager Cabin Crew) en [naam 10] (HR). KLM heeft op 13 september 2024 een verslag van dit gesprek aan [geïntimeerde] gestuurd.
3.13.
Op 16 september 2024 heeft opnieuw een gesprek plaatsgevonden. [geïntimeerde] werd daarbij bijgestaan door FNV. In dit gesprek heeft KLM volgens het gespreksverslag [geïntimeerde] voorgehouden dat er zich tijdens de betreffende vluchtcyclus meerdere incidenten hebben voorgedaan die niet door de beugel kunnen, niet alleen op het gebied van seksuele en seksistische uitingen en gedragingen jegens diverse (ondergeschikte) collega’s, maar ook op het gebied van racistische en discriminerende uitingen jegens de Joodse/Israëlische passagiers/bevolking. KLM heeft [geïntimeerde] meegedeeld dat zij van [geïntimeerde] als ervaren purser verwacht dat hij zich weet te gedragen zowel richting collega’s als passagiers, dat er een veilige werkomgeving wordt gecreëerd en gewaarborgd en dat hij op een betamelijke wijze uitvoering geeft aan zijn voorbeeldfunctie als leidinggevende aan boord. KLM heeft tevens aangegeven dat zij er geen fiducie in heeft dat dit nog ten positieve is te veranderen en heeft daarom het vertrouwen in [geïntimeerde] opgezegd.
3.14.
Op de Portal van KLM staat een bericht over ongewenst gedrag waarin onder andere wordt vermeld hoe medewerkers ongewenst gedrag kunnen melden. Tevens staat op de Portal van KLM een zogenaamde menukaart ongewenst gedrag.
3.15.
Op 23 oktober 2024 heeft KLM een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend. Als bijlagen bij het verzoekschrift heeft KLM onder meer de verklaringen als vermeld onder 3.4. overgelegd.
3.16.
[geïntimeerde] heeft in zijn verweerschrift voor zover van belang als volgt gereageerd op deze verklaringen:
Op de verklaring van [naam 1] :
‘Ze vroeg of ik ook besneden was en zei dat ze dat maar lastig vond met rukken. En ook daar moesten we om lachen. Zo zei ze ook aan je grote neus te zien heb je vast ook een grote…. Hahaha (..) Papi voor Papi na in een volle restaurant. (..) Vind je mn billen niet te groot (..) dat ze me alle hoeken van de kamer zou laten zien.’
Op de verklaring van [naam 3] :
‘Wat [naam 3] allemaal half heeft gehoord heeft, ze haar eigen verhaal van gemaakt’.
Op de verklaring van [naam 4] :
‘Dat vind ik een tip. Daar heb ik ook wat mee gedaan’.
Op de verklaring van [naam 5] :
‘Gezellige geit is inderdaad iets wat ik zeg. En dat doe ik dan met een accent. (..) En als het over geitenneuken gaat is dat met een accent en dat gaat dan niet over mij dat ik dat doe maar een Turk in het algemeen. Zelfspot. (..) Ik heb het grapje, neuken? Leuk hé? Alleen bij [naam 1] gemaakt. (..) Wat [naam 5] daar zegt over Dady issue vind ik echt het meest verschrikkelijke van wat ik tot nu toe heb gehoord aan leugens. Over de ogen van [naam 5] heb ik gezegd dat ze een mooie kleur ogen heeft.’
Op de verklaring van [naam 6] :
‘Neuken? Leuk hé? heb ik 1 keer alleen tegen [naam 1] gezegd niet tegen [naam 6] . (..) Zo hadden ze het over “knocking Billy” een captain die bij iedereen ’s nachts aanklopte in de hoop dat er iemand open deed. Op dat moment wilde [naam 6] er bij komen zitten en ik maakte de grap waarom deed je nou niet open?’
3.17.
Naar aanleiding van de beschikking van de kantonrechter (zie onder 4.) waarbij de ontbinding is afgewezen en de tewerkstelling is toegewezen heeft op 24 februari 2025 een gesprek plaatsgevonden tussen [geïntimeerde] en KLM waarin onder meer is afgesproken dat [geïntimeerde] 4 vluchten begeleid zou worden door een Beoordelingspurser.
3.18.
Op een vlucht naar Los Angeles waarop [geïntimeerde] in het kader van voornoemd coachingstraject werd begeleid heeft [geïntimeerde] Cabin Attendant [naam 11] aangesproken op het niet sluiten van de lockers.
3.19.
In een e-mail van 8 mei 2025 heeft [naam 11] aan [naam 9] geschreven:
‘Het gaat om Een vlucht rond 10 november 2019 met bestemming Kuala Lumpur. (..) Het gaat om seksuele opmerkingen. Verder is er op een Jakarta vlucht een alcohol-incident geweest waarbij collega onder een soort drang een slokje heeft genomen en daarna geconfronteerd is met de gevolgen. (..) Na dit incident heb ik een vriendin in vertrouwen genomen en zij stuurde mij een aantal maanden geleden de rechtszaak door. Ik heb op 19/4 een Las Vegas gevlogen met [geïntimeerde] in de bemanning. Vanuit alles wat ik heb vernomen was ik erg op mijn hoede. Op de terugweg vond ik [geïntimeerde] erg autoritair overkomen. (..) Het aanspreken van [geïntimeerde] op mij kwam erg bazig over.’
3.20.
Over dezelfde vlucht heeft KLM een anonieme e-mail aan [naam 9] van dezelfde datum overgelegd waarin onder meer staat:
‘Hij spoorde collega’s aan een vape te gebruiken tijdens de vlucht. (..) Toen ik zei dat ik mijn vriend aan de lijn had, riep hij: “Gast, ik heb je vriendin geneukt en ze vond het nog lekker ook.”. Mijn vriend hing toen gelijk op en ik was natuurlijk een beetje overstuur.
3.21.
Bij e-mail van 8 mei 2025 heeft [naam 12] , destijds Cabin Attendant, aan [naam 9] over deze vlucht in 2019 geschreven: “
Om sommigen kon ik lachen, andere opmerkingen vermeed ik en de opmerking ‘dat het gebruikelijk was dat nieuwe collega’s na aankomst langs gaan bij de kamer van de purser om hem een (maakt een pijpbeweging met hand en mond)’, lachte ik wat ongemakkelijk weg. (..) Later in de vlucht gaf hij aan thuis hetero te zijn, maar op de route biseksueel. Vanaf dat moment voelde ik met wel heel erg ongemakkelijk bij de grapjes, opmerkingen en herhalende verzoekjes om een pijpbeurt in het hotel. [geïntimeerde] heeft mij verder op de shuttles of terugvlucht niet meer lastiggevallen op seksueel gebied’.
3.22.
[geïntimeerde] heeft verklaringen overgelegd van 3 Senior Pursers, een leidinggevende, een aantal Cabin Attendants en een vriend die als IPB-er meevloog op Kuala Lumpur vlucht voornoemd, waarin zij hun positieve ervaringen met [geïntimeerde] hebben gedeeld en hebben verklaard dat zij zich niet herkennen in de verwijten die KLM [geïntimeerde] maakt. Leidinggevende [naam 13] heeft verklaard: ´
Als ik de gesprekken die ik aan boord, in bussen of bij crew borrels nog eens kritisch zou toetsen op hun ‘grensoverschrijdende’ gehalte dan vrees ik dat KLM, (..) weinig medewerkers meer over zou houden’.
3.23.
[geïntimeerde] heeft naast voornoemd coachingstraject therapie gevolgd.

4.Eerste Aanleg

4.1.
KLM heeft in eerste aanleg verzocht om bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad (I) de arbeidsovereenkomst met [geïntimeerde] te ontbinden, primair op grond van artikel 7:669 lid 3 sub e BW, subsidiair op grond van artikel 7:669 lid 3 sub g BW en meer subsidiair op grond van artikel 7:669 lid 3 sub i BW, (II) bij het bepalen van de einddatum de duur van de procedure op de opzegtermijn in mindering te brengen, (III) te bepalen dat [geïntimeerde] recht heeft op ten hoogste de wettelijke transitievergoeding, met (IV) veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten.
4.2.
KLM heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat [geïntimeerde] zich op de vlucht in augustus 2024 (zie 3.2) op onacceptabele wijze heeft gedragen door antisemitische of discriminerende opmerkingen over Joden en Israëliërs te maken en door op of richting een (koosjere) maaltijd van een Joodse passagier te spugen of een spugende beweging in die richting te maken en door voortdurend (expliciet) seksuele en vrouwonvriendelijke opmerkingen te maken tegen leden van de cabin crew. [geïntimeerde] heeft aldus verwijtbaar gehandeld, althans KLM heeft op grond van dit handelen geen vertrouwen meer in [geïntimeerde] , althans is daarom in samenhang bezien sprake van een voldragen ontslaggrond die ontbinding rechtvaardigt, zodat van KLM niet kan verlangd worden dat zij de arbeidsovereenkomst met [geïntimeerde] laat voortduren.
4.3.
[geïntimeerde] heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek van KLM reeds omdat het onderzoek van KLM Security Services ondeugdelijk was; [geïntimeerde] heeft pas bij het verzoekschrift de integrale verklaringen van zijn collega’s (zie 3.4.) ontvangen, waardoor hij onvoldoende in staat is geweest om zijn zienswijze daarop te geven. Bovendien heeft [geïntimeerde] het verweten handelen betwist, en meer in het bijzonder dat hij antisemitische of discriminerende opmerkingen heeft gemaakt. [geïntimeerde] heeft ook betwist dat hij aan boord ongepaste opmerkingen heeft gemaakt. Volgens hem heerste er een vrije sfeer, waarin over en weer grappen werden gemaakt. KLM had hem bovendien moeten aanspreken als hij ongepaste grappen heeft gemaakt.
4.4.
Bij wijze van tegenverzoek heeft [geïntimeerde] op straffe van verbeurte van een dwangsom verzocht om KLM te veroordelen hem toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden en voorwaardelijk, voor het geval de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, heeft [geïntimeerde] verzocht om KLM te veroordelen tot betaling van de wettelijke transitievergoeding en
€ 100.000,- aan billijke vergoeding. [geïntimeerde] heeft voor dat geval eveneens verzocht om rekening te houden met de geldende opzegtermijn, zonder dat de duur van de procedure daarop in mindering wordt gebracht, met veroordeling van KLM in de proceskosten. Het verweer van KLM strekte tot afwijzing van de tegenverzoeken.
4.5.
De kantonrechter heeft het verzoek van KLM afgewezen. De kantonrechter heeft onder meer overwogen dat (a) het onderzoek van KLM niet ondeugdelijk is geweest, (b) het spugen op de maaltijd en antisemitische opmerkingen niet vaststaan en (c) seksuele en vrouwonvriendelijke opmerkingen wel voldoende vaststaan. De kantonrechter heeft ontbinding op de e-grond afgewezen gelet op de lange staat van dienst, het positief beoordeelde functioneren, de vrije en ongedwongen sfeer binnen KLM en de omstandigheid dat KLM niet eerst met [geïntimeerde] in gesprek is gegaan en hem een officiële waarschuwing heeft gegeven. Ontbinding op de g-grond is afgewezen omdat onvoldoende is onderbouwd dat de arbeidsverhouding duurzaam is verstoord, in de zin dat geen verbetering kan worden verwacht. Ontbinding op i-grond heeft de kantonrechter afgewezen omdat er geen combinatie van de e- en g-grond is die maakt dat de arbeidsovereenkomst niet langer kan voortduren.
4.6.
Het tegenverzoek van [geïntimeerde] tot tewerkstelling is toegewezen, waarbij de kantonrechter heeft opgemerkt dat van [geïntimeerde] mag worden verwacht dat hij een duidelijke gedragsverandering laat zien en dat hij begeleiding vanuit KLM met beide handen aangrijpt, met veroordeling van KLM in de kosten met nakosten, alles uitvoerbaar bij voorraad.

5.Beoordeling

5.1.
Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering is KLM in hoger beroep met 6 gronden opgekomen. KLM verzoekt om bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad,
(I) ex artikel 7:683 lid 5 een zo vroeg mogelijke datum te bepalen waarop de arbeidsovereenkomst tussen KLM en [geïntimeerde] alsnog eindigt;
(II) te bepalen dat [geïntimeerde] geen aanspraak heeft op een billijke vergoeding;
(III) de bestreden beschikking te vernietigen voor zover KLM daarin uitvoerbaar bij voorraad is veroordeeld tot betaling van de proceskosten en te bepalen dat [geïntimeerde] wordt veroordeeld in de proceskosten in eerste aanleg dan wel te bepalen dat de proceskosten in eerste aanleg alsnog worden gecompenseerd in de zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
(IV) de bestreden beslissing te vernietigen voor wat betreft de veroordeling van KLM om [geïntimeerde] tot zijn werkzaamheden toe te laten onder oplegging van een dwangsom,
met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten in hoger beroep, het salaris van de gemachtigde daaronder begrepen.
5.2.
Volgens KLM is voldoende aangetoond dat [geïntimeerde] zich schuldig heeft gemaakt aan spugen, dan wel het maken van een spugende beweging op een maaltijd en een broodje en dat hij daarbij ontoelaatbare opmerkingen heeft gemaakt over Israël/Israëliërs en Joden (beroepsgrond 1). Volgens KLM had de kantonrechter de arbeidsovereenkomst moeten ontbinden, op de e-grond (beroepsgrond 2), op de g-grond (beroepsgrond 3), dan wel de i-grond (beroepsgrond 4), zodat er ook geen aanleiding was om de tewerkstelling toe te wijzen (beroepsgrond 5). KLM streeft alsnog naar het einde van de arbeidsovereenkomst, omdat zij van oordeel is dat Cabin Attendants, gelet op haar verplichting om te zorgen voor een veilige werksfeer, niet geconfronteerd mogen worden met het gedrag van [geïntimeerde] . Zij vindt dat [geïntimeerde] weinig zelfinzicht heeft getoond door zich op het standpunt te stellen dat de Cabin Attendants tegen hem samenspanden en alle aantijgingen van de Cabin Attendants als onjuist heeft afgedaan. KLM heeft er geen vertrouwen in dat [geïntimeerde] zijn gedrag daadwerkelijk gaat aanpassen. Ook na de tewerkstelling is er een incident met [naam 11] voorgevallen en er liggen meerdere belastende verklaringen over een vlucht naar Kuala Lumpur uit 2019 (zie 3.19 tot en met 3.21).
5.3.
[geïntimeerde] heeft geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep, althans afwijzing van het verzoek van KLM en bekrachtiging van de bestreden beschikking met veroordeling van KLM in de kosten van beide instanties.
5.4.
Het hof is, gelet op Hoge Raad 21 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:283 ex nunc toetsend van oordeel dat het ontbindingsverzoek niet ten onrechte is afgewezen en dat de huidige stand van zaken niet rechtvaardigt dat de arbeidsovereenkomst alsnog eindigt. Daartoe is het volgende redengevend.
5.5.
Anders dan KLM is het hof van oordeel dat niet voldoende aannemelijk is geworden dat [geïntimeerde] heeft gespuugd, dan wel een spugende beweging heeft gemaakt op een maaltijd en een broodje en dat hij daarbij ontoelaatbare opmerkingen heeft gemaakt over Israël/Israëliërs en Joden. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat alleen [naam 3] uit eigen waarneming heeft verklaard over het spugen door [geïntimeerde] op een maaltijd. Zij heeft ook verklaard dat zij als enige in de galley was toen dit gebeurde en dat [naam 1] , die het heeft over een spugende beweging maken op een broodje, op dat moment in de cockpit was (zie 3.7).
5.6.
Alles wat in de overige verklaringen staat over spugen, dan wel een spugende beweging maken op een maaltijd en/of een broodje is van horen zeggen: ‘
Hij zou tegen een CA hebben gezegd dat hij een hekel had aan Joden en op een broodje gespuugd’(..) . Ik weet niet of het echt gebeurd is’(zie [naam 4] 3.8). ‘
Ik heb gehoord dat iemand Joods was op een vlucht en dat [geïntimeerde] op een Joodse maaltijd had gespuugd. Hier was ik niet bij en heb ik achteraf gehoord(zie [naam 5] 3.9). ‘
Ze(hof: [naam 1] )
zegt achteraf volgens mij wel dat ze het heeft gehoord, dus dat hij het heeft verteld. Dat heeft zij mij gisteren gezegd’(zie [naam 3] 3.7). Deze omstandigheid afgezet tegen de verklaring van [geïntimeerde] dat niet hij, maar juist [naam 1] heeft gezegd dat zij een hekel heeft aan Joden, en dat hij ‘
tuah’ heeft gezegd terwijl hij een maaltijd vasthield, maakt dat het hof van oordeel is dat het verwijt van KLM op dit punt niet voldoende vast is komen te staan. De opmerking die [geïntimeerde] volgens [naam 2] tegen hem heeft gemaakt in de crewbus ‘
Hij(hof: [geïntimeerde] )
zei toen mijn volk en mijn land is het niet (..)’(zie 3. 6), maakt het voorgaande niet anders.
5.7.
Uit de verklaringen van de cabin crew (zie 3.4. e.v.) volgt dat [geïntimeerde] seksueel getinte, vrouwonvriendelijke en seksistische opmerkingen heeft gemaakt. [geïntimeerde] heeft vrijwel alle op de persoon gerichte opmerkingen betwist. De algemene seksueel getinte en seksistische opmerkingen heeft [geïntimeerde] als ‘grapjes’ afgedaan. Alhoewel uit een aantal verklaringen inderdaad blijkt dat een aantal crewleden de opmerkingen van [geïntimeerde] als grapjes heeft opgevat, volgt uit diezelfde verklaringen dat het steeds voortdurende karakter van de opmerkingen van [geïntimeerde] als ‘
niet meer leuk’,
irritant’,
‘shocking’en
‘ongemakkelijk’is ervaren. Ook het hof komt tot de conclusie dat [geïntimeerde] zich grensoverschrijdend heeft gedragen.
e-grond
5.8.
Met de kantonrechter is het hof het eens dat dit grensoverschrijdende gedrag onvoldoende is voor een voldragen e-grond. De gebeurtenissen die zouden hebben plaatsgevonden op de vlucht rond 10 november 2019 naar Kuala Lumpur (zie 3.19 tot en met 3.21) leiden niet tot een ander oordeel, nu geen van de verklaringen is afgelegd ten opzichte van een onafhankelijke instantie, één verklaring afkomstig is van een anonieme bron (zie 3.21), één verklaring van een IPB-er die met [geïntimeerde] meereisde tegenstrijdig luidt aan de verklaringen van KLM crewmembers (3.22) en [geïntimeerde] de verklaringen heeft betwist.
5.9.
[geïntimeerde] heeft zijn opmerkingen geplaatst in de context van de losse en vrije bedrijfscultuur bij KLM. De kantonrechter heeft in dat verband overwogen dat het binnen een dergelijke cultuur voorstelbaar is dat de grenzen van wat toelaatbaar is vervagen. KLM heeft dat in hoger beroep betwist en betoogd dat uit haar beleid en de cao zonder meer duidelijk was of moet zijn geweest dat het gedrag van [geïntimeerde] onacceptabel was. Het hof volgt KLM daarin niet. Uit de verklaringen volgt dat bij KLM sprake was van een cultuur waarin niet alleen [geïntimeerde] maar ook andere crewleden (over en weer) vrij(postig) met elkaar omgaan (zie de reactie van [geïntimeerde] op de verklaring van [naam 1] ). Illustratief is de verklaring van de leidinggevende [naam 13] van [geïntimeerde] : ‘
Als ik de gesprekken die ik aan boord, in bussen of bij crew borrels nog eens kritisch zou toetsen op hun ‘grensoverschrijdende’ gehalte dan vrees ik dat KLM (..) weinig medewerkers meer over zou houden’.
5.10.
Uit de verklaringen leidt het hof ook af dat, ondanks dat een aantal crewleden op de vlucht van en naar Buenos Aires heeft verklaard dat het gedrag van [geïntimeerde] ‘
niet meer leuk’en ‘
irritant’was en ondanks de niet weersproken stelling van [geïntimeerde] dat hij zich in de voorgaande jaren niet anders heeft gedragen dan op deze vlucht, het kennelijk in de bedrijfscultuur van KLM besloten ligt dat crewleden elkaar niet aanspreken op ongewenst gedrag of daarover een klacht indienen bij één van de op de Portal genoemde loketten.
5.11.
Ook in de voorliggende situatie is dat niet gebeurd. Weliswaar heeft de gezagvoerder in een taxi na een etentje tijdens deze vluchtcyclus tegen [geïntimeerde] gezegd
‘het is wel geinig dat jij jezelf laat zien op seksueel gebied maar daar kan je mee in de problemen komen. (..) als purser heb je ook een voorbeeldfunctie’, maar hieruit blijkt niet ondubbelzinnig dat de gezagvoerder het gedrag van [geïntimeerde] als ontoelaatbaar beschouwde. Het hof kan zich dan ook voorstellen dat [geïntimeerde] deze opmerking enkel als ‘tip’ heeft beschouwd en niet als waarschuwing (zie 3.16).
5.12.
Naar aanleiding van het gesprek dat [naam 1] met haar manager over de vluchtcyclus naar en van Buenos-Aires had gehad heeft KLM [geïntimeerde] op non actief gezet (zie 3.3) en direct KLM Security Services ingeschakeld om een onderzoek te doen, omdat KLM zoals zij ter zitting heeft verklaard
‘dat altijd doet als er iets voorvalt tijdens de vlucht´,terwijl gesteld noch gebleken is uit de informatie op de Portal over ongewenst gedrag dat een onderzoek door KLM Security Services de aangewezen procedure is in situaties als deze. Vervolgens is [geïntimeerde] door KLM Security Services op 3 september 2025 gehoord zonder dat hem is verteld wie over hem had geklaagd en waarop de klacht concreet zag. Daarom kan het hof [geïntimeerde] goed volgen in zijn stelling dat het lastig voor hem was verweer te voeren. Ook het verwijt van KLM dat [geïntimeerde] geen zelfinzicht heeft getoond omdat hij zich zelf vooral als slachtoffer heeft gepresenteerd, behoeft tegen deze achtergrond nuancering. Naar het oordeel van het hof had KLM zodra zij op de hoogte was geraakt van het ongewenste gedrag van [geïntimeerde] , met [geïntimeerde] in gesprek moeten gaan, eventueel met [naam 1] , desnoods onder begeleiding van een deskundige. Mede gelet op de lange duur van de arbeidsovereenkomst en de positieve beoordelingen en de wijze waarop het onderzoek is verlopen, is het hof net als de kantonrechter van oordeel dat geen sprake is van een voldragen e-grond.
g-grond
5.13.
Evenmin heeft de kantonrechter ten onrechte niet ontbonden op de g-grond; ook het hof ziet mede gelet op de huidige stand van zaken geen aanleiding op deze grond een einde te maken aan de arbeidsovereenkomst. KLM heeft ter onderbouwing van de g-grond gesteld dat de arbeidsverhouding met [geïntimeerde] dusdanig is verstoord dat van haar in redelijkheid niet gevergd kan worden arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Volgens KLM kan zij er niet meer op vertrouwen dat [geïntimeerde] een veilig werkklimaat kan bieden en hebben meerdere crewleden aangegeven dat zij liever niet meer met [geïntimeerde] willen werken, en zij verwacht nu de zaak van [geïntimeerde] in het nieuws is geweest meer van dergelijke verzoeken van Cabin Attendants. Volgens KLM heeft de kantonrechter ook te weinig oog gehad voor de hiërarchische verhoudingen tussen [geïntimeerde] en de Cabin Attendants. Tot slot is KLM van mening dat [geïntimeerde] weinig zelfinzicht heeft getoond en dat de door hem betuigde spijt is ingegeven door de gevolgen.
5.14.
Blijkens de in de relevante rechtspraak geformuleerde criteria dient het bij ontbinding op de g-grond te gaan om een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding (HR 16 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:220). Wat het hof betreft is daarvan geen sprake. Vaststaat dat [geïntimeerde] in het bijzijn van crewmembers seksueel getinte en vrouwonvriendelijke opmerkingen heeft gemaakt, waardoor een aantal crewmembers – waarvan enkelen zich in een ondergeschikte positie ten opzichte van hem bevonden – zich onheus bejegend hebben gevoeld. Op het gedrag van [geïntimeerde] valt dan ook wel het een en ander aan te merken, maar dat rechtvaardigt – alle omstandigheden in aanmerking genomen – geen ontbinding op de g-grond. Die omstandigheden zijn het lange dienstverband, 29 jaar, waarvan 14 jaar als Purser, steeds goede beoordelingen en de omstandigheid dat naar het oordeel van het hof goed werkgeverschap met zich brengt dat [geïntimeerde] in de gelegenheid gesteld had moeten worden om in ieder geval met KLM, maar ook met de betreffende crewmembers als die daartoe bereid waren geweest eventueel onder begeleiding in gesprek te gaan om zijn gedrag te bespreken en hem de gelegenheid te geven zijn gedrag aan te passen en te verbeteren. KLM heeft weliswaar met [geïntimeerde] gesproken (op 11 en 16 september 2024, zie 3.12 en 3.13) maar in die gesprekken is het gegaan over de vermeende gedragingen van [geïntimeerde] en het rapport van KLM Security Services, waarna KLM aan het einde van het gesprek van 16 september 2024 [geïntimeerde] heeft laten weten dat zij de arbeidsovereenkomst wilde beëindigen. Niet gesteld of gebleken is dat KLM enige poging heeft ondernomen om de verstoorde verhoudingen te verbeteren.
5.15.
Dat bij KLM, zoals zij heeft aangevoerd, het vertrouwen ontbreekt dat [geïntimeerde] kan zorgen voor een veilig werkklimaat wordt weersproken door de manier waarop [geïntimeerde] heeft gewerkt na de bestreden beschikking. Ter zitting in hoger beroep heeft KLM desgevraagd verklaard dat de beoordelingen na de werkhervatting ‘goed’ zijn. Dat wordt bevestigd door de complimenten die [geïntimeerde] (via [naam 9] ) heeft ontvangen. Hieruit blijkt dat [geïntimeerde] zijn gedrag ten goede heeft veranderd en dat de door KLM geboden begeleiding (ondanks dat die niet op papier is gezet) en de door hem gevolgde therapie kennelijk succesvol is geweest. Overigens is het aan KLM om ook voor [geïntimeerde] voor een veilig werkklimaat te zorgen en zal zij er voor moeten zorgen dat zij op zorgvuldige wijze omgaat met eventuele verzoeken van Cabin Attendants om niet met [geïntimeerde] ingedeeld te worden.
i-grond
5.16.
Het hof zal de arbeidsovereenkomst ook niet beëindigen op de cumulatiegrond. KLM heeft aan de i-grond ten grondslag gelegd dat een combinatie van omstandigheden uit de e- en g-grond maakt dat van KLM in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsrelatie voort te zetten. Weliswaar is sprake van twee onvoldragen gronden (de e-grond en de i-grond) maar naar het oordeel van het hof doet zich niet de situatie voor waarbij de door KLM aangevoerde omstandigheden
in combinatiemet elkaar een redelijke grond vormen die het einde van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt. De situatie na de werkhervatting bevestigt dit oordeel.
5.17.
Het voorgaande betekent dat alle gronden falen. De bestreden beschikking zal worden bekrachtigd en de verzoeken van KLM onder 5. Sub I, II en III zullen worden afgewezen. Bij een vernietiging van alleen de veroordeling tot wedertewerkstelling met dwangsom zoals verzocht onder 5. sub IV heeft KLM geen belang. Aan die veroordeling is immers voldaan en zonder dat dwangsommen (zullen) zijn verbeurd. [geïntimeerde] is immers aan het werk. KLM is in het hoger beroep in het ongelijk gesteld en zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten in hoger beroep.

6.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt de bestreden beschikking;
veroordeelt KLM in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van [geïntimeerde] vastgesteld op € 827,00 aan griffierecht en € 2.824,00 aan salaris advocaat;
verklaart de proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. W. Aardenburg, A.S. Arnold en mr. dr. S. Tamboer en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 28 oktober 2025.