Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.Beoordeling
(…)
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om effectenleaseovereenkomsten die zijn aangegaan door de afnemer met [appellant]. [geïntimeerde], de echtgenote van de afnemer, heeft deze overeenkomsten vernietigd op grond van artikel 1:88 en 1:89 van het Burgerlijk Wetboek (BW). In hoger beroep is de vraag aan de orde of Leaseproces, de gevolmachtigde van [geïntimeerde], bevoegd was om de verjaring van de vordering uit onverschuldigde betaling te stuiten. Het hof heeft vastgesteld dat de effectenleaseovereenkomsten op 11 augustus 2006 buitengerechtelijk zijn vernietigd door [geïntimeerde]. De verjaringstermijn van de vordering uit onverschuldigde betaling is gestuit door de brieven die Leaseproces namens [geïntimeerde] heeft verzonden. Het hof oordeelt dat [appellant] niet heeft aangetoond dat Leaseproces niet gemachtigd was om deze verjaring te stuiten. De vernietiging van de leaseovereenkomsten is effectief, en [appellant] is gehouden tot terugbetaling van de bedragen die zij op basis van deze overeenkomsten heeft ontvangen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt [appellant] in de proceskosten van het hoger beroep.