Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
OFFERTE
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
OFFERTE. De eerste zin ervan luidt: “
Naar aanleiding van ons gesprek, doet het ons genoegen offerte uit te brengen van de met u besproken producten.”En boven de te plaatsen handtekeningen wordt het rechtsgevolg van het ondertekenen van de offerte geduid, te weten:
“Door ondertekening van deze offerte / orderbevestiging verklaart de opdrachtgever deze beide sets voorwaarden in goede staat te hebben ontvangen en kennis genomen van en akkoord te gaan met de inhoud van deze voorwaarden.”Het voorgaande is ontoereikend voor het oordeel dat [geïntimeerde] hieruit redelijkerwijs had moeten begrijpen dat zij door ondertekening de verplichting op zich nam de koopprijs voor het showroommodel te voldoen of dat Dental dat mocht verwachten. Bij het voorgaande heeft het hof ook in ogenschouw genomen dat Dental weliswaar stelt dat [naam 2] de offerte met [naam 1] heeft doorgenomen bij haar thuis, maar niet voldoende heeft toegelicht wat toen is besproken. Dat had wel op de weg van Dental gelegen, temeer omdat [geïntimeerde] aanvoert dat de ondertekening van de offerte enkel zag op het reserveren van de stoel.
“Het klopt dat het om een stoel ging die op de beurs zou worden gezet en dat sprake was van wie het eerst komt, wie het eerst maalt.”
“van een opschortende voorwaarde helemaal geen sprake is.”Uit hetgeen hiervoor is overwogen, volgt dat hetgeen zij wel aan haar vordering ten grondslag heeft gelegd haar vorderingen niet kan dragen.
€ 1.716,-(tarief I (€ 858,-) × 2 punten)