ECLI:NL:GHARL:2013:CA3144
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkheid bezwaar inkomstenbelasting en ziekenfondspremie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem, waarin het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslagen in de inkomstenbelasting en de ziekenfondspremie niet-ontvankelijk werd verklaard. De belanghebbende had voor het jaar 2005 een ambtshalve aanslag in de inkomstenbelasting opgelegd gekregen, gebaseerd op een belastbaar inkomen van € 50.000, en een aanslag ziekenfondspremie berekend naar een premiegrondslag van € 21.050. De Inspecteur had het bezwaar van belanghebbende wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard, wat leidde tot de procedure bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende hoger beroep heeft ingesteld. Tijdens de zitting van het Hof is het geschil voornamelijk gericht op de vraag of de Inspecteur de bezwaren van belanghebbende terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Belanghebbende stelt dat hij in aanmerking komt voor de zelfstandigenaftrek, terwijl de Inspecteur van mening is dat belanghebbende terecht niet-ontvankelijk is verklaard.
Het Hof heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift op 28 mei 2008 eindigde, en dat belanghebbende niet tijdig bezwaar heeft gemaakt. De Inspecteur heeft de aanslagen en beschikkingen op de juiste wijze verzonden, en het Hof heeft geen aanleiding gezien om aan te nemen dat de besluiten pas na 16 april 2008 zijn verzonden. Het Hof concludeert dat de Inspecteur belanghebbende terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn bezwaren. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard, en beide partijen kunnen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.