Het feit dat door een dergelijke leveraged buyout het risisco op financiële problemen toeneemt doordat de overname wordt gefinancierd door vreemd vermogen waarop moet worden afgelost en rente betaald (en in casu betalingen door bevoorschotte debiteuren niet konden worden aangewend om crediteuren van [vennootschap 1] en [vennootschap 1] mee te voldoen), maakt nog niet dat op ING ComFin een zorgplicht jegens de overige schuldeisers van [vennootschap 1] en [vennootschap 1] kwam te rusten. Een leveraged buyout is, ook wanneer de aandelen worden verkregen door een lege vennootschap, immers een toegestane wijze van financiering en het behoort tot de taken van het bestuur van een vennootschap om de risico’s van een dergelijke leveraged buyout te wegen en de haalbaarheid van een dergelijke financieringsconstructie te beoordelen.
De [naam 1] werd ten tijde van de besprekingen over de onderhavige constructie ook bijgestaan door [naam 4] van adviesbureau Troostwijk Introman Advies B.V. en door [naam 5] van het accountants- en belastingadvieskantoor Rommens en Partners. ING ComFin was daarvan op de hoogte en mocht ervan uitgaan dat het bestuur van de vennootschappen, daarbij bijgestaan door zijn adviseurs, in het oog zou houden of de financieringsconstructie geen onverantwoorde risico’s voor de continuïteit van de ondernemingen behelsde. Dat geldt temeer nu de constructie redelijk eenvoudig was (kort gezegd: bevoorschotting van debiteurenvorderingen van [vennootschap 1], [vennootschap 1] en [vennootschap 3] tot een bedrag van € 796.777,42, verstrekking van een krediet van € 500.000,- aan [vennootschap 1], waartegen zekerheden door de [vennootschap 1] werden verstrekt aan ING ComFin, en doorlening van de koopsom van € 1.248.271,- door de [vennootschap 1] aan [naam 1]) en in de kredietofferte van ING ComFin uitleg is gegeven over de condities. Bovendien dreef de [vennootschap 1] een stabiele winstgevende transportonderneming met een positief eigen vermogen.
Het feit dat de vennootschappen uit de [vennootschap 1] zich met het aangaan van de financiering hoofdelijk aansprakelijk hebben gesteld voor de verplichtingen van [vennootschap 3] jegens ING ComFin, maakt het voorgaande niet anders. Weliswaar was [vennootschap 3] (waarvan de aandelen vanaf november 2003 in handen van [naam 1] Holding B.V. waren en met wie ING ComFin vanaf maart 2004 een bevoorschottingsrelatie had) in ieder geval in 2003 nog een verliesgevende vennootschap, doch ING ComFin heeft gemotiveerd gesteld dat haar kredietanalist en kredietcomité bij de beoordeling van de kredietaanvraag (leidende tot positieve adviezen en een fiat tot kredietverschaffing) hebben meegewogen dat (en waarom) er vertrouwen bestond in het nieuwe management van [vennootschap 3] – dat overtollig personeel had laten afvloeien en een prijsverhoging van 4% had doorgevoerd die door alle afnemers was geaccepteerd – en in de vooruitzichten van de onderneming. Door (de accountant van) de [naam 1] was (financiële) informatie aan ING ComFin verstrekt, waaronder winst- en verliesrekeningen van [vennootschap 3] van 2001 tot en met 2003 en het budget 2004, balansen van [vennootschap 3] van 2001 tot en met 2003, en het budget [vennootschap 3] 2005, waaruit bleek dat [vennootschap 3] over 2004 weer een winst zou behalen van € 180.000,- voor belastingen en een positieve cashflow van € 420.000,-. Bovendien gingen de kredietanalist en het kredietcomité van ING ComFin ervan uit dat synergievoordelen konden worden behaald doordat de [vennootschap 1] in ruime mate over retourvrachten beschikte, waar [vennootschap 3] nog vaak beperkt gevuld terugkwam uit de Scandinavische landen. Deze synergievoordelen zouden volgens de aangeleverde prognoses een positief effect hebben op de te verwachten winst van [vennootschap 3] en de [vennootschap 1] voor 2005. In het kredietresumé (op grond waarvan het kredietfiat is verleend) is omtrent de prognose van [vennootschap 3] gesteld dat uit de tussentijdse interne cijfers per medio oktober blijkt dat er een resultaat is van circa € 180.000,- bij een omzet van bijna € 8.000.000,- – aanzienlijk beter dan het eind 2003 begrote resultaat van € 120.000,- – en dat voor 2005 zelfs een winst begroot is van bijna € 800.000,- voor belastingen, te behalen door het afscheid nemen van verlieslatende relaties, kostenbesparingen op het vlak van het wagenonderhoud (nu nog uitbesteed, straks in eigen beheer), verder terugdringen van de te dure inzet van charters en te realiseren synergievoordelen uit samenwerking met [vennootschap 3] en Transterra International B.V.
De curator heeft niet (voldoende gemotiveerd) betwist dat ING ComFin voormelde feiten, omstandigheden, indrukken en prognoses heeft meegewogen bij haar analyse van de kredietaanvraag. Evenmin heeft hij betwist dat voormelde cijfers en prognoses bleken uit de door (de accountant van) [naam 1] verstrekte informatie.