Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Leeuwarden(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
€ 5,04
€ 887,52
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aanslag landinrichtingsrente die aan belanghebbende was opgelegd voor het jaar 2012. De aanslag bedroeg € 887,52 en was gebaseerd op de kosten zoals vermeld in de Lijst der Geldelijke Regelingen (LGR) die was opgesteld in het kader van een ruilverkavelingsproject. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, maar de Inspecteur handhaafde deze bij uitspraak op bezwaar. De rechtbank Noord-Nederland verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, waarna belanghebbende in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 15 juli 2014 in Leeuwarden zijn belanghebbende en de Inspecteur gehoord. Belanghebbende voerde aan dat de aanslag onterecht was en dat er geen onafhankelijke rol was gespeeld door de Dienst Landelijk Gebied. Het Hof oordeelde dat de aanslag terecht was opgelegd en dat de grieven van belanghebbende niet gegrond waren. Het Hof stelde vast dat de aanslag was gebaseerd op de LGR en dat er geen rechtstekort was, aangezien belanghebbende de mogelijkheid had om cassatie in te stellen tegen eerdere uitspraken.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de grieven van belanghebbende falen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en belanghebbende werd gewezen op de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat het Hof geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten.