In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X] B.V. tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin de rechtbank het beroep ongegrond verklaarde en de Inspecteur gelastte het griffierecht te vergoeden. De zaak betreft een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 2014, waarbij een belastbaar bedrag van € 50.000 is vastgesteld en een verzuimboete van € 2.639 is opgelegd. Belanghebbende heeft geen aangifte gedaan, ondanks herinneringen en aanmaningen van de Inspecteur. De rechtbank oordeelde dat de aanslag op een redelijke schatting was gebaseerd en dat de verzuimboete terecht was opgelegd. In hoger beroep heeft belanghebbende aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat zij niet was gehoord in de bezwaarfase. Het Hof heeft vastgesteld dat de Inspecteur belanghebbende voldoende gelegenheid heeft gegeven om te worden gehoord en dat de verzuimboete passend en geboden was. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.