In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, waarin de rechtbank de beroepen van belanghebbende ongegrond heeft verklaard. Belanghebbende had navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) ontvangen over de jaren 2012 en 2013, waarbij hij kosten in verband met de terugvordering van alimentatie als aftrekbaar had opgevoerd. De inspecteur van de Belastingdienst had deze kosten echter niet als aftrekbaar erkend en navorderingsaanslagen opgelegd. Het Hof heeft vastgesteld dat de kosten die belanghebbende heeft gemaakt voor de terugvordering van alimentatie niet aftrekbaar zijn op basis van de Wet IB 2001. Het Hof oordeelt dat de inspecteur terecht heeft genavorderd, omdat de aanslagen IB/PVV te laag waren vastgesteld door een fout in de geautomatiseerde verwerking van de aangiften. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. De kosten van de procedure worden niet vergoed.