Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Vaststaande feiten
3.De beoordeling van het geschil in hoger beroep
Schenking ten behoeve van aankoop eigen huis”. Met betrekking tot die betaling is geen akte opgemaakt. [de man] ging er van uit dat de fiscale schenkingsvrijstelling voor de aankoop van een woning voor een bedrag van € 100.000,00 gold. [de man] heeft op 31 december 2015, nadat [de vrouw] de relatie met [de man] had verbroken, aan [de vrouw] medegedeeld dat hij het bedrag van € 100.000,00 terug wilde. [de vrouw] schrijft aan [de man] op 1 januari 2016 “
Het geld wat je terug wilt hebben moet dat ook op hetzelfde rekeningnr. gestort worden als dat van de geldlening van de hypo?” en “
Ok, ik zal om te beginnen vanaf het einde van de maand, elke maand 1000,00 overmaken en verder kijken hoe e.a. verder kan oplossen. Dit voelde niet goed. Alleen jammer dat je dat er niet direct bij hebt gezegd dan had ik al anderhalf jaar kunnen aflossen of de 80 k je direct kunnen doen.”. Op 3 januari 2016 schrijft [de vrouw] onder meer aan [de man] “
Ik heb de intentie om de schenking die je mij gedaan hebt terug te betalen hoewel ik er wel een katterig gevoel over heb dat je daar vrijwel meteen over begon.”. In maart/april 2016 hebben partijen hun relatie weer voortgezet. [de man] heeft de relatie beëindigd op 22 januari 2017. [de man] schrijft in een brief van 29 januari 2017 aan [de vrouw] “
Ik heb je een schenking gedaan waar ik sinds 1 januari 2016 al spijt van heb. Je hebt op die dag al per mail aangegeven het mij terug te willen betalen.”
[de vriend]veronderstelde in dat gesprek dat [de man] wist dat hij een relatie met [de vrouw]had gehad (…) [de man] vroeg hem in Hengelo of dat na haar scheiding was. Ja, hij had haar begin 2013 leren kennen. (…) [de vriend] stelde dat [de vrouw] hem had verteld dat ze [de man] pas die zomer had leren kennen. Sindsdien hadden ze geen “relatie” meer gehad, maar wel met grote regelmaat seks. (…) [de vriend] lag met [de vrouw] in bed als [de man] (trouw) elke avond tegen kwart voor elf belde. (…)”. Uit het gespreksverslag blijkt niet of [de vrouw] er een relatie met [de vriend] op nahield ten tijde van de relatie met [de man] , meer specifiek in juni 2014, ten tijde van de schenking van [de man] aan [de vrouw] .