Uitspraak
[verzoekster],
SWO,
1.De procedure bij de kantonrechter
2.De procedure in hoger beroep
3.Samenvatting en beslissing
4.De feiten
De aanvankelijk zo hoopvolle plaatsing bij [afdeling5] loopt af met ‘het niet kunnen blijven’. In combinatie met de voorgeschiedenis heeft dit een dermate impact, dat mijn advies nu definitief is om niet langer intern te re-integreren. De kans van slagen hiervan is’, in mijn visie, nihil geworden. Voor korte en langere termijn is van externe re-integratie een duurzame oplossing te verwachten. [verzoekster] kan zich vinden in dit advies. Daarnaast wil ik aanraden om een re-integratie-bedrijf/-ondersteuner te kiezen en in te zetten om het traject in goede banen te leiden. Uiteraard is het nodig dat werknemer en werkgever in gesprek zijn en overleg hebben over een uit te zetten traject. Voor dit overleg wil ik meegeven om vooral met elkaar te spreken over oplossingen en niet (te lang) stil te staan bij de voorgeschiedenis.”
Het hoofddoel van dit traject is het vinden van een duurzame werkplek voor [verzoekster] met kwalitatief goede begeleiding. Het voorstel van [naam5]is om een x periode af te spreken waarin we in de eerste periode ons focussen op een interne werkplek wat een externe werkplek niet uitsluit. Na een afgesproken periode zal de interne focus verlegd worden naar extern wat een interne plek niet mag uitsluiten. Binnen dat traject moeten we vaststellen wat passend werk is om de zoektocht zo efficiënt mogelijk te gaan doen. Indien na die x periode geen passende werkplek gevonden is, betekent dit dat we met een vaststellingsovereenkomst uit elkaar gaan (VSO). De inhoud daarvan wordt op dat moment besproken.”. [verzoekster] zegt hierover in haar verslag van dit gesprek onder meer: “
heeft een aantal vragen wat betreft de komende periode: wat wordt er van naar verwacht wat betreft werken, hoeveel geld is er beschikbaar om haar naar een passende baan te begeleiden, is er een einddatum aan dit traject en wat als het niet slaagt. (…) [naam5] stelt dat mocht er echt geen plek te vinden zijn, dan moet er idd wel een keer een einddatum komen, maar daar wil hij op dit moment niet vanuit gaan en zich mee bezig houden. [verzoekster] geeft aan niet te weten, wat normaal is in deze gevallen, maar wil niet verrast worden dat er straks aan het einde van het traject gezegd wordt, dat ze nu maar ontslag moet nemen. [naam5] stelt dat dat zijn intentie niet is en we eerst wat hem betreft aan de slag gaan met ijken een functie te vinden samen met een re-integratiebedrijf. Mocht dat al met al niet lukken, dan gaan we wel weer om de tafel om te zien van hoe verder. [verzoekster] kan zich hierin vinden”.
zeer onheus” ervaart. Zij schrijft in deze e-mail onder meer: “
Ik heb haar erop gewezen dat haar standpunten en conclusies nav. die rapportage onjuist zijn. Aangezien het totaal afweek van de tot op heden gemaakte afspraken, kan ik er niet vanuit gaan dat haar opmerkingen door jou gedeeld worden. Mocht dit wel zo zijn, dan ontvang ik ze graag zwart op wit. Maar het lijkt me goed om je hiervan op de hoogte te stellen. (…) Ik heb de indruk dat ze probeert zichzelf te profileren over mijn nek. Je zou er naar mijn beleving wijs aan doen om haar van deze zaak af te halen. Dat is omdat ze op dezelfde manier voortgaat als ik bij andere leidinggevenden heb ervaren. Mijn verhaal wordt door haar niet serieus genomen. En ik heb toch ook wat te zeggen”.
Ik heb begrepen dat jij en [naam9]een gesprek hebben gevoerd over de laatste rapportage op 9 april en dat dit een andere wending kreeg toen het ging over het vergoeden van de Nolok-certificering. Ik schrik van de woorden die je gebruikt ten aanzien van de rol die [naam9] heeft gehad in dit gesprek. En de druk die je bij mij nu neerlegt, om direct mijn HRM’er van deze zaak af te halen. Je reactie vind ik ongemakkelijk.”. [naam5] heeft in deze e-mail aangekondigd later inhoudelijk te reageren en dit heeft hij gedaan in een e-mail van 24 april 2020. In deze e-mail schrijft hij onder meer: “
Ik wil beginnen met je te zeggen dat ik er alle vertrouwen in heb dat je je inzet in het loopbaantraject, de opleidingen die je volgt en gaat doen, en in je tijdelijke werkzaamheden bij [naam8] . (…) Ondanks deze positieve kant zie ik een andere kant van jou, wanneer wij het hebben over de zakelijke kant van het loopbaantraject en de afspraken die wij maken met betrekking tot dit traject. Wat ik dan zie is dat jij dan heel fel en boos reageert en in de slachtoffer rol kruipt en ook teruggrijpt op het verleden. Een goed overleg op inhoud in alle redelijkheid afronden is dan ook telkens erg moeilijk gebleken. Daarnaast komt op gezette tijden (…) naar voren, dat je vindt dat jij onschuldig bent aan de ontstane situatie, dat het je allemaal is overkomen. Je wekt de suggestie dat de organisatie de ontstane situatie voor je moet oplossen. Daarbij moet elke vraag van jou door mij sowieso worden gehonoreerd. Als dat niet direct gebeurd en wij dat willen bespreken krijgen wij een pittige reactie. Ik zou graag zien dat dit anders, zonder verwijten, verloopt en dat jij voor ogen houdt dat wij samen bezig zijn met de oplossing. Wij hebben afgesproken dat wij vooruit kijken. Ons gezamenlijke doel is zorgen dat jij de overstap naar een andere baan kunt maken. (…)”. [naam5] refereert in deze e-mail verder aan het advies van de bedrijfsarts van 1 juli 2019 en is daarin verder inhoudelijk ingegaan op het traject. Hij heeft onder meer genoemd dat SWO de eerder besproken Noloc-certificering zal voldoen en dat [verzoekster] op haar verzoek met ingang van de start van haar stage 8 uur aanvullend wordt vrijgesteld van haar tijdelijke werk (totaal dus 22 uur per week vrijgesteld van werk). [naam5] heeft hierbij ook aangegeven dat SWO dit als een investering in de transitie ziet naar ander werk en om die reden in geval van een beëindiging van de arbeidsovereenkomst deze posten in mindering zullen worden gebracht op een transitievergoeding. Tot slot deelt hij mee dat het traject vanwege de coronacrisis wordt verlengd tot 1 augustus 2020 waarna zal worden geëvalueerd en verdere afspraken zullen worden gemaakt.
Het is niet met mij afgesproken dat er na einde van het traject er niet opnieuw intern of extern op zoek gegaan wordt naar een andere werkplek. Ik heb al eerder aangegeven dat na afloop van het traject, er voor mij geen vanzelfsprekendheid is dat er sprake is van einde dienstverband. (…) Niemand kan toch verwachten dat ik zolang ik mijn opleiding (…) niet heb gehaald, er een einde wordt gemaakt aan mijn huidige dienstverband. Afspraken kunnen dan ook alleen gemaakt worden, nadat ik inzetbaar ben gebleken buiten het bedrijf (nu de werkgever geen plaats intern wil aanbieden).(…) Vanzelfsprekend heb ik geen enkel bezwaar tegen evalueren. De verdere afspraken die we gaan maken moeten mede gebaseerd zijn op de mogelijkheden die ik heb gehad om het volledige traject te doorlopen van opleiding en praktijkervaring.”.
Tot mijn grote spijt kom ik tot de conclusie dat de beoogde oplossing, het eindresultaat dat ik voor jou voor ogen had, niet realistisch is. Het was mijn bedoeling dat jij na een traject van 9 maanden, of hooguit een jaar zou kunnen uitstromen naar structureel en passend werk. Maar net als jij stel ik vast dat het traject niet in een ontspannen sfeer kan plaatsvinden en daarnaast stel ik vast dat jij een terugtrekkende beweging aan het maken bent.”. [naam5] bespreekt vervolgens de laatste e-mail van [verzoekster] en ook voorgaande e-mails en gespreksverslagen en concludeert: “
Ik stel (…) vast dat jij op meerdere plekken in de organisatie in de problemen bent geraakt voor wat betreft de samenwerking. Ik kan er niet omheen dat je daarin zelf een belangrijk aandeel hebt gehad. Ik stelt tevens vast dat jij meerdere malen ogenschijnlijk hebt berust in een beëindiging van een (poging tot) herplaatsing (ook daarin speelt een moeizame samenwerking een rol), maar dat je op een later moment – als het in feite te laat is – toch steeds weer teruggrijpt op die situaties en het niet echt achter je laat. Kortom, je bent indertijd op goede gronden van je functie ontheven, is het niet gelukt jou te herplaatsen en heb jij daarin steeds een belangrijk aandeel. Nieuwe pogingen tot herplaatsing liggen gelet op de eerdere mislukte pogingen dan ook niet in de rede. Tevens heb je een ontwikkel richting naar loopbaancoach gekozen. Een functie die we niet in onze organisatie kennen of waar we behoefte aan gaan krijgen. Dat heb ik je ook bij de start aangegeven en leidt daarmee ook naar een externe herplaatsing. Maar ook het traject op externe herplaatsing biedt op korte termijn geen perspectief op een duurzame oplossing.”. [naam5] heeft [verzoekster] in deze e-mail een voorstel tot een beëindigingsovereenkomst gedaan. Partijen hebben hierover geen overeenstemming bereikt.