Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant8] ,
de Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie en Veiligheid),
1.Samenvatting
Het hof bekrachtigt het kort geding-vonnis. Hieronder volgt na een korte aanduiding van de processtukken uitleg van die beslissing, die erop neer komt dat de ontruimingsbrief is gericht aan alle krakers in het gebouw, ook al wordt daarin maar één van de zes straatadressen van het gebouw genoemd, en dat volgens de in 2010 op dit gebied ingevoerde wetgeving de belangen van de Staat bij de ontruiming de inbreuk op het woonrecht van de Krakers rechtvaardigen (er is met andere woorden voldaan aan de eis van proportionaliteit). De Staat heeft namelijk voldoende aannemelijk gemaakt dat de eigenaren door de ontruiming huurinkomsten kunnen ontvangen en dat zij het pand daarna zullen slopen om plaats te maken voor nieuwbouw. De Officier van Justitie hoeft niet te wachten met de ontruiming van dat pand tot ook een naastgelegen gebouw aan de [c-straat] kan worden ontruimd.
2.De processtukken
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
Buren hebben waardering voor het feit dat het pand niet langer leeg staat en dat het sinds de komst van de Krakers beter wordt schoongehouden. Van (andere) sociale functies die in de belangenafweging zouden moeten worden betrokken is echter onvoldoende gebleken.
Volgens de Krakers moet de Staat in elk geval (subsidiair) wachten met de ontruiming van het pand aan de [a-straat] / [b-straat] totdat ook het pand aan de [c-straat] kan worden ontruimd.
Het hof ziet dit anders. De huur heeft weliswaar betrekking op de beide panden, maar bij het al eerder beschikbaar komen van het pand [a-straat] / [b-straat] voor de huurder bestaat voldoende concreet belang om nu al van de Krakers te kunnen verlangen om het pand te verlaten.