2.3.Eveneens op 31 december 2001 hebben de Stichting (als beheerder) en belanghebbende (als bewaarder) het besloten fonds voor gemene rekening [naam7] opgericht (hierna: het [naam7] ). De oprichtingsakte van het [naam7] luidt, voor zover van belang, als volgt:
“Doel en beleggingen
Artikel 3
Het fonds heeft tot doel het voor rekening en risico van de participanten beleggen van vermogen teneinde de participanten in de opbrengst te doen delen.
(…)
Beheerder en bewaarder
Artikel 5
1. Het beheer over het fonds wordt gevoerd door de beheerder. De beheerder is bevoegd een deel van het beheer en de daaruit voortvloeiende taken te doen uitoefenen door één of meer door haar te benoemen derden, met dien verstande dat aan de in lid 2 bedoelde bewaarder uitsluitend taken van uitvoerend administratieve aard kunnen worden opgedragen.
2. De van de beheerder onafhankelijke bewaarder is belast met de bewaring van de fondswaarden alsmede met de administratie van het fonds. De bewaarder is bevoegd een deel van de bewaring en de daaruit voortvloeiende taken te doen uitoefenen door één of meer door haar te benoemen derden, niet zijnde de beheerder.
3. De beheerder en de bewaarder treden uitsluitend op in het belang van de participanten.
1. Het fondsvermogen is verdeeld in participaties. Iedere participatie geeft recht op een evenredig deel van het fondsvermogen.
2. De participaties luiden uitsluitend op naam en hebben een nominale waarde van driehonderd euro (EUR 300,--).
Uitgifte, inkoop en overdracht van participaties
Artikel 7
1. Verzoeken tot uitgifte en inkoop van participaties dienen bij de beheerder te worden ingediend. Uitgifte van participaties aan anderen dan participanten en hun bloed- en aanverwanten in de rechte lijn geschiedt slechts op voorstel van de beheerder en met toestemming van alle participanten.
Participaties kunnen uitsluitend worden overgedragen aan bloedverwanten (desgewenst: en aanverwanten) in de rechte lijn van een participant of aan het fonds onder gelijktijdige intrekking van de participaties. De tenaamstelling van de participatie(s) wordt alsdan gewijzigd door de beheerder en de bewaarder. De beheerder is niet verplicht een verzoek tot inkoop in te willigen. (…)
1. De beheerder is vrij in de keuze van de beleggingen en is gerechtigd tot alle daden van beheer met betrekking tot het fondsvermogen, mits met inachtneming van het bepaalde in de fondsvoorwaarden. Tot het beheer worden medegerekend het vaststellen van het beleggingsbeleid alsmede het verrichten van beleggingen en hetgeen daarmee, in de ruimste zin des woords, samenhangt.
(…)
2. De fondswaarden worden bewaard door de bewaarder op zodanige wijze dat met betrekking tot de in bewaring gegeven fondswaarden slechts kan worden beschikt door de beheerder en de bewaarder tezamen.
3. De bewaarder zal de fondswaarden slechts afgeven na ontvangst van een door de beheerder getekende, daartoe strekkende mededeling, waaruit blijkt dat afgifte wordt verlangd in verband met de regelmatige uitoefening van de beheerfunctie.
(…)
7. Iedere aansprakelijkheid voor het optreden als bewaarder en de gevolgen daarvan wordt door de bewaarder uitdrukkelijk uitgesloten, tenzij ter sprake is van opzet, grove schuld of enig handelen in strijd met de wet en/of de fondswaarden.
Relatie beheerder-bewaarder-participanten
Artikel 11
1. De participanten worden geacht kennis te hebben genomen van en zich te onderwerpen aan de bepalingen van de fondsvoorwaarden.
2. De participant wordt tevens geacht, voor zover nodig, aan de beheerder en de bewaarder gezamenlijk, met het recht van substitutie, onherroepelijk volmacht te hebben verleend om al datgene te verrichten en te doen verrichten, wat deze nodig of dienstig zullen achten met inachtneming van het bepaalde in de fondsvoorwaarden.
3. De beheerder noch de bewaarder is bevoegd een participant jegens een derde te verbinden.
(…)
Wijziging van de fondsvoorwaarden
Artikel 16
De beheerder kan besluiten tot wijziging van de fondsvoorwaarden.
Opheffing van het fonds, vereffening
Artikel 17
1. De beheerder kan besluiten tot opheffing van het fonds.
2. Van het besluit tot opheffing wordt onverwijld schriftelijk mededeling gedaan aan de participanten en de bewaarder.
3. De beheerder draagt zorg voor de vereffening van het fonds en legt daarvan aan de participanten rekening en verantwoording af alvorens tot enige uitkering aan een participant over te gaan. Het na vereffening resterend saldo wordt uitgekeerd aan de participanten naar evenredigheid van de omvang van de door hen gehouden participatie(s).
4. Gedurende de vereffening blijven voor zover mogelijk de bepalingen van de fondswaarden van toepassing.
(…)”