Uitspraak
[appellant]te noemen
VvEte noemen
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontvankelijkheid van de appellant, die hoger beroep had ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter. De appellant had op 20 juli 2021 een appeldagvaarding uitgebracht, maar deze was op een verkeerd adres betekend. Op 2 augustus 2021 heeft de appellant een herstelexploot betekend, waarin hij het eerdere gebrek herstelde. De Vereniging van Eigenaars (VvE) voerde aan dat zij door deze fouten in haar belangen was geschaad, maar het hof oordeelde dat de VvE niet onredelijk in haar belangen was geschaad, aangezien zij tijdig op de hoogte was gesteld van het hoger beroep en zich had kunnen verweren.
Het hof heeft vervolgens de inhoudelijke bezwaren van de VvE tegen het bestreden vonnis beoordeeld. De VvE vorderde betaling van achterstallige servicekosten, terwijl de appellant tegenvorderingen had ingesteld. De kantonrechter had de vordering van de VvE toegewezen, met uitzondering van de incassokosten, en de tegenvordering van de appellant afgewezen. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter bekrachtigd, omdat de appellant niet had aangetoond dat hij de achterstallige bedragen had betaald en zijn verweer onvoldoende onderbouwd was. De appellant werd veroordeeld in de proceskosten van de VvE in hoger beroep.