Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[vestigingsplaats](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan de
gemeente Vijfheerenlanden(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 26 september 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van Stichting [belanghebbende] tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Vijfheerenlanden. De zaak betreft de waardevaststelling van een onroerende zaak, gelegen aan [adres1] 83 te [vestigingsplaats], voor het kalenderjaar 2020, vastgesteld op € 1.300.000 door de heffingsambtenaar. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze vaststelling, maar de heffingsambtenaar heeft de waarde en de aanslagen gehandhaafd. De rechtbank Midden-Nederland heeft in een eerdere uitspraak op 6 april 2022 de waarde vastgesteld op € 650.000, wat door belanghebbende in hoger beroep werd betwist. Tijdens de zitting op 9 augustus 2023 is de gemachtigde van belanghebbende, A. Oosters, verschenen, evenals een taxateur namens de heffingsambtenaar. Het Hof heeft de argumenten van beide partijen gehoord en beoordeeld. Het Hof concludeert dat de heffingsambtenaar niet in zijn bewijsvoering is geslaagd en dat de waarde van de onroerende zaak op waardepeildatum niet te hoog is vastgesteld. Het Hof heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd voor wat betreft de proceskostenvergoeding en de heffingsambtenaar veroordeeld tot betaling van de proceskosten van belanghebbende, die in totaal € 4.218,30 bedragen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen.