Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde1]die woont in [woonplaats1] ,
1.Kern van de zaak en uitkomst
2.De procedure bij het hof
producties;
3.Het oordeel van het hof
Wat is er gebeurd?
‘Dat kan alleen als je je urenregistratie tijdig (uiterlijk de maandag van de nieuwe week voor 07:00 uur) invult en inlevert bij de administratie.’.Ten slotte is voor de reistijd in artikel 10.2 bepaald:
‘Wanneer de reistijd tussen huis en werklocatie (of terug) langer bedraagt dan 1 uur, dan wordt de extra tijd hierboven gezien als werktijd.’
schriftelijken
door de leidinggevendemoest worden gedaan
.Kennelijk was het ook mogelijk dat overwerk telefonisch door de werknemer werd gemeld.
[geïntimeerden] hebben erop gewezen dat de overuren die zij in het begin per e-mail hebben ingediend uiteindelijk (na aanmaningen) door AFRS zijn betaald. Later hebben zij betaling van overuren telefonisch of in een gesprek herhaaldelijk ter sprake gebracht bij de heer [naam5] , directeur van AFRS, maar die heeft herhaaldelijk gezegd overuren niet meer te gaan betalen, behalve de overuren in het weekend. Compensatie zou volgens [naam5] in tijd-voor-tijd plaatsvinden, maar dat gebeurde ook niet. Vanwege die opstelling zijn geen urenregistraties meer ingediend, aldus [geïntimeerden] ter zitting.
ook niet mondeling’, waaruit het hof afleidt dat het mondeling doorgeven van overuren blijkbaar ook een optie was. Dat sluit aan bij wat [geïntimeerden] daarover ter zitting hebben verklaard. Daarnaast werd ook niet strikt de hand gehouden aan de eis dat de uren vóór maandag 07:00u van de volgende week moesten zijn ingediend. [geïntimeerden] hebben verschillende e-mails overgelegd waaruit blijkt dat zij een aantal malen na maandag 07:00u overuren hebben ingediend en die ook werden betaald, zij het soms maanden later. Bij wijze van voorbeeld wijst het hof op de e-mail van [geïntimeerde2] van dinsdag 8 september 2020 waarbij overuren van de week daarvoor werden ingediend én werd herinnerd aan eerder ingediende overuren van 11 juli 2020, die vervolgens in de maand september 2020 werden betaald. Desgevraagd heeft AFRS ter zitting toegelicht dat zij in deze gevallen het niet kunnen doorbelasten aan de klant van de gemaakte uren voor haar rekening heeft genomen. Hieruit volgt dat in de praktijk overuren ook werden vergoed als zij niet
uiterlijk maandag om 07:00uwerden ingediend. Vanwege de manier waarop feitelijk door AFRS werd omgegaan met het indienen van overuren en de betaling daarvan constateert het hof dat het argument dat de regels rond overuren niet zijn gevolgd onvoldoende is om de overuren niet uit te betalen.
€ 2.200 per maand. Niet alleen heeft AFRS betwist dat dit een loonsverhoging was, [geïntimeerde1] heeft ook niet gesteld vanaf wanneer die € 2.200 voor hem als bruto salaris per maand gold. Het hof hanteert daarom voor deze 5 uur en 11 minuten (zijnde 5,18u) een salaris van € 1.800 bruto per maand (zijnde € 10,38 bruto per uur) vermenigvuldigd met 125% per uur. Dit komt neer op een bedrag van € 67,21 bruto. Voor [geïntimeerde2] komt de vordering over 22 uur 22 minuten (zijnde 22,37u) bij een salaris van € 2.400 bruto per maand (zijnde € 13,85 bruto per uur) vermenigvuldigd met 125% neer op € 387,28 bruto alsook € 13,85 bruto per uur vermenigvuldigd met 175% over 8 uur 8 minuten (zijnde 8,05u) is € 195,11 bruto.