Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Almere(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
[naam2] namens de Inspecteur. Belanghebbende is zonder kennisgeving aan het Hof niet verschenen. Belanghebbende is bij bericht van 4 juni 2025 uitgenodigd voor de zitting met vermelding van datum, plaats en tijdstip van de zitting. Dit bericht is geplaatst in het digitale dossier op Mijn Rechtspraak. Van de plaatsing van het hiervoor vermelde bericht in dit digitale dossier is eveneens op 4 juni 2025 een kennisgeving verzonden naar het door belanghebbende voor dit doel opgegeven e-mailadres. Daarvan is een notificatie ontvangen. Op grond hiervan neemt het Hof aan dat belanghebbende dit bericht heeft ontvangen, en wel, gelet op artikel 8:36c, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht op 4 juni 2025 (vgl. HR 8 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1711).
2.Vaststaande feiten
3.Geschil
.Belanghebbende beantwoordt de eerste vraag bevestigend en de tweede ontkennend. De Inspecteur beantwoordt de vragen in tegengestelde zin.
4.Beoordeling van het geschil
5.Griffierecht en proceskosten
6.Beslissing
mr. A.J. van Lint, in tegenwoordigheid van dr. J.W.J. de Kort als griffier.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).