Uitspraak
1.[appellant1]
2. [appellant2]
3. [appellant3]
1.[geïntimeerde1]
2. [geïntimeerde2]
3. [geïntimeerde3]
4. [geïntimeerde4]
5. [geïntimeerde5]
6. [geïntimeerde6]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
in conventie:
in reconventie:
principaal hoger beroepvan [appellanten] is dat de in conventie toegewezen vorderingen van [geïntimeerden] alsnog worden afgewezen en dat de in reconventie afgewezen vorderingen van [appellanten] alsnog worden toegewezen. Daarbij heeft [appellanten] haar eis in hoger beroep gewijzigd. Het door [geïntimeerden] ingestelde
incidenteel hoger beroepheeft tot doel dat de in conventie afgewezen vorderingen van [geïntimeerden] alsnog worden toegewezen en dat de in reconventie toegewezen vorderingen van [appellanten] alsnog worden afgewezen. Ook [geïntimeerden] heeft zijn vorderingen in hoger beroep gewijzigd. In zijn beide aktes na tussenarrest heeft [geïntimeerden] vervolgens nog andermaal aanvullende vorderingen geformuleerd. Dat is te laat en daaraan gaat het hof om die reden voorbij.
Koper zal alles nalaten hetwelk als een verzwaring van de op gemeld pad gevestigde erfdienstbaarheid kan worden beschouwd.”
“draaien kon altijd”) is ingetrokken, kort gezegd omdat hij de verklaring niet zelf heeft geschreven en bij het laten ondertekenen misbruik is gemaakt van de kwetsbare situatie waarin hij zich destijds bevond. Gelet op de reden van intrekking komt aan de ter vervanging daarvan overgelegde ‘verklaring van horen zeggen’ van de familie [appellanten] onvoldoende gewicht toe. De erfdienstbaarheid omvat niet een draaicirkel voor de inrit van [appellanten] buiten de breedte van de weg. [appellanten] heeft niet aangeboden om specifiek met betrekking tot dit thema nader bewijs te leveren en het hof ziet ook geen andere aanleiding om haar tot bewijslevering toe te laten.
“Koper zal alles nalaten hetwelk als een verzwaring van de op gemeld pad gevestigde erfdienstbaarheid kan worden beschouwd.”waarbij met
“gemeld pad”in de akte kennelijk is bedoeld: “
het pad hetwelk aansluiting heeft op de [plaats1] ”). In de leveringsakte zijn geen andere beperkingen opgenomen wat betreft de aard van het materieel en de frequentie waarmee over de weg mag worden gekomen en gegaan. Beoogd is kennelijk om de erfdienstbaarheid te laten aansluiten bij het gebruik dat van het pad van en naar de [plaats1] werd gemaakt. Voor zijn uitleg dat de erfdienstbaarheid beperkt is tot het gebruik van personenauto’s steunt [geïntimeerden] sterk op het feitelijk gebruik dat de rechtsvoorganger van [appellanten] van de erfdienstbaarheid maakte. Dat feitelijk gebruik door deze rechtsvoorganger was niet alleen ruimer dan [geïntimeerden] stelt - uit diverse door [appellanten] overgelegde verklaringen blijkt dat ook bouwverkeer gebruik maakte van de weg, dat de weg ook wel werd gebruikt met aanhangers en opleggers en dat bezoekers en/of leveranciers ook met bedrijfsbusjes over de weg reden - maar is hier ook niet bepalend. Het komt hier aan op de vraag of het gebruik van [appellanten] een verzwaring vormt ten opzichte van het gebruik dat de rechtsvoorganger van [geïntimeerden] voor 1991 van het pad naar de [plaats1] maakte. Dat dit het geval is, is door [geïntimeerden] onvoldoende onderbouwd in het licht van de door [appellanten] beschreven agrarische en bedrijfsmatige activiteiten van de rechtsvoorganger van [geïntimeerden] Als niet of onvoldoende weersproken staat vast dat deze rechtsvoorganger een aardappelgroothandel en handel in land- en tuinbouwproducten had. Voor de aan- en afvoer werden ook vrachtwagens gebruikt. Ook had deze rechtsvoorganger een opslag voor caravans en boten op een groot gedeelte van het terrein, wat tot de nodige verkeersbewegingen moet hebben geleid.
aan de voorzijde). De rechtbank heeft de vordering gedeeltelijk afgewezen, namelijk wat betreft het weggedeelte langs de schuur op perceel [perceelnummer1] . Dat daarop ook een erfdienstbaarheid van weg rust, is namelijk volgens het vonnis niet gebleken. Bovendien kan het schuurtje ook via eigen grond van [appellanten] worden bereikt. De erfdienstbaarheid moet op de minst bezwarende wijze worden uitgeoefend, aldus nog steeds het vonnis. [appellanten] komt in hoger beroep op tegen het oordeel van de rechtbank dat zij niet het recht heeft om onderhoud te plegen aan de weg ter hoogte van haar schuur. Zij draagt echter geen argument aan tegen het oordeel dat op het gedeelte van het perceel van [geïntimeerden] ter plaatse van de schuur geen erfdienstbaarheid van weg rust. Het tracé van de erfdienstbaarheid komt uit op een andere plek van perceel [perceelnummer1] . Het hof sluit zich daarom aan bij de beslissing van de rechtbank. Indien de inrichting van haar perceel de toegang tot de schuur bemoeilijkt, is dat geen reden om [geïntimeerden] te verplichten om een oplossing daarvoor te bieden. Dat voor de toegang tot de schuur over het eigen erf moet worden omgelopen, doet daaraan dus niet af.
kosten, maar uitsluitend op de herstel
werkzaamheden.
“na de oplevering van de loods als bedoeld onder 2. en wel vóór één januari negentienhonderd drie en negentig de zijwand van bedoeld loods te dichten gelijk aan de staanders.”Volgens [geïntimeerden] volgt daaruit dat de raamopeningen als onderdeel van de erfdienstbaarheid uiterlijk op 1 januari 1993 moesten worden gedicht. Dat is door [appellanten] gemotiveerd betwist. [appellanten] voert aan dat de loods in het verleden aan een zijde geheel open was, zonder metselwerk. Dat is gedicht en de verplichting tot het dichten van de zijwand impliceert niet dat er geen raamopeningen mochten worden geplaatst. Het standpunt van [appellanten] wordt ondersteund door de omstandigheid dat de rechtsvoorgangers van partijen aan de verplichting om eventuele raamopeningen te dichten nimmer uitvoering hebben gegeven op een wijze die overeenkomt met de uitleg die [geïntimeerden] daaraan geeft. Het hof gaat daaraan daarom voorbij.
long reach) kunnen worden schoongemaakt. Subsidiair stelt hij dat de onderhoud- en schoonmaakwerkzaamheden beide keren door een gespecialiseerd of professioneel bedrijf moeten worden uitgevoerd, waarbij deze werkzaamheden wat betreft de zonnepanelen moeten worden beperkt tot eenmaal per jaar (steeds op 1 maart) en wat betreft de ramen per kwartaal moeten plaatsvinden op een door het hof vast te stellen datum, dan wel steeds minimaal een week van te voren per mail moeten worden aangekondigd.
het gaan en komen door de poort over het perceel van [geïntimeerden]en het verbod ziet op het met gebruikmaking van de poort
betreden van het perceel van [geïntimeerden]Dat gaan en komen over en betreden van het perceel van [geïntimeerden] mag [appellanten] ook niet langs die weg als haar stellingen juist zouden zijn. Alleen voor zover de rechtbank in het verbod spreekt van een gemeenschappelijke muur, kan die beslissing bij gebrek aan duidelijkheid daarover niet in stand blijven. Het hof zal de beslissing op dat onderdeel verbeteren. Voor het overige falen de daartegen gerichte bezwaren van [appellanten] in het principaal beroep.