Uitspraak
1.[appellant1]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven tevens houdende een incidentele vordering tot aanhouding en een voorwaardelijke akte vermeerdering van eis
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak hebben appellanten, [app], hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, dat op 5 juni 2024 is uitgesproken. De kern van het geschil betreft een langdurig conflict over de verkoop van een benedenverdieping van een pand dat in eigendom toebehoort aan [app]. [app] vorderen schadevergoeding van Apotheek Buijs B.V. (hierna: Buijs) omdat Buijs nakoming heeft gevorderd van vonnissen in kort geding, terwijl in de bodemprocedures anders is geoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat Buijs onrechtmatig heeft gehandeld, maar heeft de schadevergoeding afgewezen. In hoger beroep willen [app] de afgewezen vorderingen alsnog toegewezen krijgen.
In de procedure is een incidentele vordering ingesteld door [app] om de procedure aan te houden in afwachting van de uitkomst van een cassatieberoep bij de Hoge Raad, dat van invloed kan zijn op de beoordeling van de vorderingen in deze zaak. Het hof heeft geoordeeld dat de vordering tot aanhouding moet worden toegewezen, omdat het oordeel van de Hoge Raad relevant is voor de beslissing in deze procedure. Het hof heeft ook besloten dat [app] hun grieven mogen aanvullen in verband met de uitspraak van de Hoge Raad.
De beslissing van het hof houdt in dat de verdere voortgang van de procedure in hoger beroep wordt aangehouden totdat de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan in het cassatieberoep. De hoofdzaak zal op een later moment opnieuw worden behandeld, waarbij [app] de gelegenheid krijgt om hun grieven aan te vullen. Het hof heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd.