ECLI:NL:GHARN:2012:BY2685
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Y.A.J.M. van Kuijck
- A.J. Smit
- W.R. Rosingh
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep terbeschikkingstelling en de gemaximeerdheid van de maatregel
In deze zaak gaat het om de terbeschikkingstelling van een verdachte die eerder door de rechtbank Haarlem is veroordeeld voor diefstal met geweld. De rechtbank had op 12 december 1991 de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege opgelegd. In de jaren daarna zijn er verschillende beslissingen genomen met betrekking tot de dwangverpleging, waaronder een voorwaardelijke beëindiging in 2011 en een hervatting in september 2011. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling, waarbij de vraag centraal stond of de terbeschikkingstelling gemaximeerd is. De raadsvrouw van de terbeschikkinggestelde betoogde dat de maatregel niet was opgelegd ter zake van een geweldsdelict, en dat de duur van de maatregel daarom beperkt zou moeten zijn tot vier jaar. De advocaat-generaal daarentegen stelde dat er wel degelijk sprake was van een geweldsdelict, en dat de terbeschikkingstelling niet gemaximeerd was. Het hof oordeelde dat de terbeschikkingstelling niet gemaximeerd is, en dat de eerdere beslissingen van de rechtbank niet in strijd zijn met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het hof heeft de behandeling van de zaak heropend en het onderzoek in raadkamer geschorst voor onbepaalde tijd, met de oproeping van de terbeschikkinggestelde en relevante behandelaars voor een nader te bepalen tijdstip.