Uitspraak
Uitspraak d.d. 30 november 2016
[X] te [Z] , belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, de Inspecteur,
Navorderingsaanslagen, beschikkingen, bezwaar en voorafgaande gedingen
f1.256 (IB/PVV 1995) en
f334 (VB 1996);
Loop van het geding na verwijzing
Vaststaande feiten
Een versie van het Draaiboek waarin uitsluitend de namen van belastingambtenaren en hun telefoonnummers en e-mailadressen zijn geanonimiseerd, is bij het verweerschrift overgelegd.
Onderzoek tenaamstelling naar personen
Kraaijen
Kraayvoorlopig uit de herkende posten gelaten. Deze posten zijn wel opgeleverd maar voor verdere herkenning door middel van menselijke interventie voorgedragen
THvoor. In Nederland is dit een gebruikelijke schrijfwijze is voor Theo(dorus). De officiële voorletter voor deze persoon is slechts de
T. In de gevallen waar het duidelijk was dat met TH Theo(dorus) bedoeld werd, is
THvervangen door T. Het zelfde geldt voor de naam Chris(tianus), daarbij is
CHRvervangen door
C. Deze posten zijn wel opgeleverd maar voor verdere herkenning door middel van menselijke interventie voorgedragen
v.
vd,
tere.d.. Dit is gedaan om matching op de combinatie van achternamen in BVR mogelijk te maken. Als voorbeeld hiervan kan het volgende dienen. Op de naamscombinatie
Van den Berg-
De Dijk, kan worden gezocht door te matchen met de naamscombinaties
Berg-Dijken
Dijk-Berg.
RACINE * NAME *CCY* CURRENT ACCOUNTS * DEPOSITS *
[…] [C] NLG 201.63 .00
00. .00 104,640.66 104,842.29 P”
RACINE * NAME *CCY* CURRENT ACCOUNTS * DEPOSITS *
[…] [C] NLG 201.63 .00
.00 .00 103,929.481 104,131.11 P”
45755,42 0 0 0P 18364”
Redelijke schattingOndanks mijn herhaalde verzoeken om informatie en mijn verwijzing naar uw verplichtingen zoals genoemd in artikel 47 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, heeft u niet voldaan aan de op u rustende verplichtingen. (…)
Het feit dat u gebruik heeft gemaakt van een of meer buitenlandse bankrekeningen (onder andere) in een land met een bankgeheim waardoor de belastingdienst het zicht op (het ontstaan van) de tegoeden en de inkomsten daaruit is ontnomen merk ik aan als listigheid, valsheid of samenspanning e.d. als bedoeld in paragraaf 21, lid 3 van het Voorschrift administratieve boeten 1993 en als een strafverzwarende omstandigheid als bedoeld in paragraaf 42 juncto paragraaf 43 van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998. Dit heeft tot gevolg dat de boeten 100% van de verschuldigde (enkelvoudige) belasting bedragen.
Redelijke schatting
Op grond van artikel 18, lid 1 van de AWR ben ik voornemens over de correcties een niet-ordeboete van 100% op te leggen. Van deze boete zal ik overeenkomstig § 21, lid 3 van het Voorschrift administratieve boeten 1993 niets kwijtschelden.
- - het vermogen op 1 januari 1997 wordt met
- - het vermogen op 1 januari 1998 wordt met
- - het vermogen op 1 januari 1999 wordt met
- - het vermogen op 1 januari 2000 wordt met
- - het belastbaar inkomen over 1996 wordt met
- - het belastbaar inkomen over 1997 wordt met
- - het belastbaar inkomen over 1997 wordt met
- - het belastbaar inkomen over 1997 wordt met
- - het belastbaar inkomen over 2000 wordt met
- - het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen over 2001 wordt met € 8.628 verhoogd;
- - het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen over 2003 wordt met € 4.809 verhoogd.
.Verweerder heeft daarbij geen gevolg gegeven aan de beslissing van de geheimhoudingskamer om de namen van de belastingambtenaren vrij te geven, hoewel beperking van de kennisneming daarvan niet gerechtvaardigd is geacht.
Arresten Hoge Raad
2. Beoordeling van het in het principale beroep voorgestelde middel
Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen
Conclusies van partijen
Beoordeling van het hoger beroep
Awren stelt dat onderzoek moet worden gedaan of uit de aanslagbiljetten duidelijk blijkt wat de bedragen aan verschuldigde belasting zijn, oordeelt het Hof dat in het geding na cassatie geen plaats is voor behandeling van deze stelling, omdat deze niet eerder voor de rechtbank of het Gerechtshof Amsterdam is ingenomen en derhalve geen deel uitmaakt van het geding na cassatie. Het Hof zal daarom niet inhoudelijk op de stelling ingaan.
Awrinhoudt, in acht moeten worden genomen bij het opleggen van een navorderingsaanslag met gebruikmaking van de verlengde navorderingstermijn op een tijdstip waarop de reguliere navorderingstermijn van vijf jaar is verstreken. Op grond van deze regels moet, na het verkrijgen van aanwijzingen van het bestaan van de in het buitenland aangehouden spaartegoeden, het tijdsverloop worden aanvaard dat noodzakelijkerwijs is gemoeid met:
Awrvolgt niet dat de staatssecretaris beleid zal formuleren of heeft geformuleerd voor gevallen als de onderhavige waarin het niet gaat om het opleggen van een voorlopige aanslag maar om een navorderingsaanslag.
Proceskosten en griffierecht
- de hoger beroepen in de in de procedures BK-15/00660 tot en met BK-15/00732 en BK-15/00737 tot en met BK-15/00751 gezamenlijk zijn behandeld;
- de werkzaamheden van de rechtsbijstandverlener niet in al deze zaken nagenoeg identiek konden zijn;
- de werkzaamheden van de rechtsbijstandsverlener in de zaken van dezelfde belanghebbende of van gelieerde belanghebbenden wel nagenoeg identiek konden zijn.
Beslissing
1. Bij het beroepschrift wordt een kopie van deze uitspraak gevoegd.
2. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
- de naam en het adres van de indiener;
- de dagtekening;
- de vermelding van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
- de gronden van het beroep in cassatie.