Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het geding
- de hogerberoepdagvaarding van 6 oktober 2017 en het herstelexploot van 11 oktober 2017;
- de memorie van grieven;
- het arrest van 20 maart 2018;
- de memorie van antwoord, tevens grieven in incidenteel hoger beroep;
- de memorie van antwoord in het incidenteel hoger beroep;
- het proces-verbaal van de pleidooizitting van 28 februari 2019 en de pleitnota’s van mr. F.I.S.A.L. van Velsen (voor Glazen Maas) en mr. Vink voornoemd.
2.De beoordeling van het hoger beroep
NJ1989/743 (Kalimijnen)). Het hof verwerpt daarom ook dit verweer.
3.Beslissing
- veroordeelt Hak tot betaling aan Glazen Maas van € 1.503,82, vermeerderd met de wettelijke rente (artikel 6:119 BW) vanaf 26 september 2016 over € 1.103,82;
- veroordeelt Hak tot betaling aan Glazen Maas van de proceskosten eerste aanleg ten bedrage van € 1.078,54;
- veroordeelt Hak tot betaling aan Glazen Maas van de proceskosten van het hoger beroep ten bedrage van € 4.226,71;
- verklaart dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.