Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.Verdere beoordeling
Beoordeling naar aanleiding van bewijsopdracht eerste ontslaggrond (“het [monteur 1] , monteur, tijdens werktijd opdragen om werkzaamheden te verrichten bij [opdrachtnemer] terwijl hij elders stond ingezet, onder meer op 16 februari 2018, 9 mei 2018 en 23 mei 2018 en het aldus misbruik maken van jouw leidinggevende positie”)
het [monteur 1] op 26 april 2018 op zijn vrije dag vanaf 12.00 uur inzetten en hem vervolgens wel de hele dag (werk)uren laten schrijven zonder overleg en toestemming van jouw leidinggevende en het aldus misbruik maken van jouw leidinggevende positie”)
het (veelvuldig) gebruiken van de bedrijfsauto voor privéritten sinds 2016”)
het gedurende 1½ jaar lang 1 of 2 keer per week tijdens werktijd met de bedrijfsauto bezoeken van een “kennisje” in Zoetermeer”)
het handelen in strijd met de integriteitscode door geen melding te maken van jouw relatie met [opdrachtnemer] , zeker nu jij aan hem opdrachten verstrekte terwijl jij ook de facturen goedkeurde waarvoor jij de enige opdrachtgever was. Daarnaast heb jij in dit kader ook ten onrechte geen melding gemaakt van het feit dat jullie in de privésfeer een vriendschappelijke relatie onderhouden. Dat blijkt uit:
het veelvuldig ten onrechte goedkeuren van facturen van [opdrachtnemer] . Dit blijkt onder meer uit de inzet van materieel dat onderdeel uitmaakt van het tarief via MyFlex. De betreffende kosten zijn daarnaast door [opdrachtnemer] ook nog eens apart in rekening gebracht en vervolgens door jou goedgekeurd. Naar schatting gaat het hier om een bedrag van € 20.000,00 tot € 30.000,00 In de afgelopen 1½ jaar. Daarnaast blijkt dit onder andere uit het feit dat jij ten onrechte de factuur van [opdrachtnemer] van 13 december 2017 betreffende een reparatie aan de Veenzoom te Gouda hebt goedgekeurd. In het licht van het hiervoor onder punt 5 gestelde handelde jij aldus ook in strijd met de integriteitscode”)
het bevoordelen van [opdrachtnemer] ten gunste van de Firma [naam ] door werkzaamheden welke door de Firma [naam ] verricht dienen te worden uit te besteden aan [opdrachtnemer] . In het licht van het hiervoor onder punt 5 gestelde handelde jij aldus ook in strijd met de integriteitscode”)
dat jij jouw ondergeschikte [monteur 1] bij jouw thuis betaald werkzaamheden hebt laten verrichten zonder dat hij toestemming had gekregen voor het verrichten van nevenwerkzaamheden, aldus heb je misbruik van jouw positie gemaakt”)
dat jij, ondanks het feit dat jij bekend was met het feit dat jouw ondergeschikten handelden in strijd met de bedrijfsregels door nevenwerkzaamheden te verrichten bij [opdrachtnemer] , hen daarop niet hebt aangesproken - het feit dat jij, ondanks het feit dat jij weet dat jouw ondergeschikten ook buiten werktijd gebruik maken van de bedrijfsauto, hen daar niet op hebt aangesproken”)
het feit dat jij een tweetal koppelingen die Oasen in eigendom toebehoorden privé hebt gebruikt zonder toestemming en zonder dat jij daarvoor hebt betaald. [monteur 2] , monteur, heeft namelijk op 11 mei jl. een tweetal koppelingen tijdens werktijd moeten brengen toen [monteur 1] in jouw woning aan het klussen was - het [monteur 2] tijdens werktijd laten bezoeken van jouw woning”)
het feit dat jij tijdens ons gesprek van 26 juli jl. hebt verzwegen dat jij [monteur 1] tijdens werktijd werkzaamheden hebt laten verrichten bij [opdrachtnemer] thuis”)
mogelijkheidtot toekenning van een billijke vergoeding aan de werknemer is gegeven. Voor zover [werknemer] heeft bedoeld te stellen dat een niet rechtsgeldige opzegging per definitie aanspraak geeft op een billijke vergoeding, faalt de grief. Artikel 7:681 BW bepaalt immers dat de rechter een billijke vergoeding
kantoekennen en niet dat dit
moet. In dit verband overweegt het hof het volgende.