Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Uitspraak van 19 oktober 2021
[X] te [Z] , belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de Inspecteur,
Procesverloop
Vaststaande feiten
Opmerking verbalisanten:Uit onderzoek is naar voren gekomen dat uw aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2010 tot en met 2013 zijn ingediend vanaf het IP-adres van de [stichting] .
"Resumé
(…)
Hof) (alsof zij deze giften/bedragen ook hebben betaald)"
Ontvangst Excelbestand en kwitanties [stichting]
Vergelijking donaties 2014 met voorliggende Jaren
Opmerking verbalisanten:
Vraag verbalisanten:Op 6 januari 2014 is de ANBI status van de [stichting] ingetrokken. Er zijn meerdere kwitanties aangetroffen die zijn voorzien van een datum gelegen in de periode 1 tot en met 6 januari 2014. Zijn al deze kwitanties valselijk opgemaakt?
Hof] 2018" vermeldt, onder meer:
Oordeel van de Rechtbank
Geschil in hoger beroep en conclusies van partijen
Beoordeling van het hoger beroep
- de vaststelling van een controlemedewerker dat namens de [stichting] in het jaar 2012 in totaal 2.500 kwitanties zijn uitgeschreven, terwijl slechts 531 kwitanties in de administratie zijn verantwoord;
- dat in het jaar 2013 in de jaarstukken van de [stichting] € 88.564 aan donaties is verantwoord, terwijl in de diverse aangiften over dat jaar in totaal € 3.445.808 aan giften aan de [stichting] is aangegeven;
- de verklaringen van verdachten dat giftkwitanties voor een bepaald percentage van het giftbedrag werden gekocht/verkocht van de [stichting] ;
- dat uit de inbeslaggenomen administratie van de [stichting] volgt dat 22% van de ontvangen giften is verwerkt in het kasboek;
- een anonieme tip aan de FIOD dat de kwitanties zijn vervalst en gebruikt door meerdere personen om een belastingteruggaaf te bewerkstelligen;
- dat na het intrekken van de ANBI-status van de [stichting] op 6 januari 2014, dat op 19 december 2013 was aangekondigd, in de periode van 1 januari tot 6 januari 2014 een opvallend groter aantal kwitanties is geboekt dan in voorgaande jaren;
- de whatsapp- en sms-berichten en de verklaringen van onder andere de penningmeester van de [stichting] waaruit volgt dat een levendige handel in giftkwitanties bestond en dat uit die berichten volgt dat de data op de kwitanties worden afgestemd op de data van willekeurige pinopnamen;
- de verklaring van een informant aan het Team Criminele Inlichtingen waaruit volgt dat de leiding van de [stichting] op de hoogte is van de belastingfraude door middel van de giftkwitanties en meewerkt aan de uitgifte daarvan;
- de verklaring van de penningmeester van de [stichting] dat slechts een handvol mensen het volledige vermelde bedrag op de giftkwitanties hebben betaald maar dat die bedragen maximaal € 300 of € 400 betreffen;
- de verklaringen van diverse personen aan de FIOD en de Belastingdienst die de handel in kwitanties hebben bevestigd;
- een overzicht van uitgeschreven kwitanties voor 2013 waarvan de gegevens die in dit document zijn opgenomen niet overeenkomen met de daadwerkelijk ontvangen bedragen;
- een doorlopend handgeschreven kasboek waarin de werkelijk ontvangen bedragen werden opgenomen; de werkelijk ontvangen bedragen (donaties) bedroegen veelal 10% tot 12% van de uitgegeven kwitanties;
- dat de Belastingdienst bij 2.040 belastingplichtigen navorderingsaanslagen heeft opgelegd dan wel correcties heeft aangebracht bij het opleggen van de aanslagen en indien mogelijk een vergrijpboete. Van deze 2.040 gevallen zijn ongeveer 450 belastingplichtigen in bezwaar gegaan en 150 in beroep;
- dat bij belastingplichtigen van wie aanslagen zijn gecorrigeerd of bij wie is nagevorderd doorgaans een giftenaftrek van minimaal € 500 in de aangifte is opgenomen.
- de naam van belanghebbende komt voor in het overzicht van uitgeschreven kwitanties (DOC-433). De gegevens die in dit document zijn opgenomen komen niet overeen met de daadwerkelijk door de [stichting] ontvangen bedragen. Dit overzicht is achteraf door de [stichting] opgesteld;
- de naam van belanghebbende komt voor in het handgeschreven kasboek (DOC-480). Op 30 maart 2014 voor een bedrag van € 600 met omschrijving “pin”. Dit is precies 12% van de door belanghebbende voor het jaar 2013 in aftrek gebrachte giften aan de [stichting] van € 5.000. De aangifte IB/PVV 2013 is eveneens op 30 maart 2014 ingediend, derhalve op dezelfde datum als de naam van belanghebbende 2014 voorkomt in het handgeschreven kasboek. Voor het jaar 2014 zijn door belanghebbende in de aangifte geen giften aan de [stichting] verantwoord;
- weliswaar blijken uit de door belanghebbende overgelegde bankafschriften geen pinbetalingen op 30 maart 2014, maar de namen van de broer van belanghebbende en wijlen de vader van belanghebbende komen op 30 maart 2014 wel voor in het handgeschreven kasboek (DOC-480) voor bedragen van € 600 met omschrijving “pin” respectievelijk € 360 met omschrijving “pin”. Uit onderzoek naar bij de [stichting] verrichte pinbetalingen is de Inspecteur gebleken dat op die datum een bedrag van € 1.560 van een rekeningnummer dat in de jaren 2013 en 2014 op naam van de vrouw van de broer van belanghebbende stond vermeld, en tot welke rekening de broer van belanghebbende medegerechtigd was, per pin is betaald. Dit bedrag van € 1.560 komt overeen met het totaal van de in het handgeschreven kasboek op de namen van belanghebbende, zijn broer en wijlen zijn vader vermelde bedragen van € 600, € 600 en € 360 en ziet dus op de in daarin vermelde betaling op naam van belanghebbende;
- de naam van de boekhouder van belanghebbende, [E] , die belanghebbende in het hoorgesprek in de bezwaarfase heeft genoemd, die hem heeft geattendeerd op het bestaan van de [stichting] en die hij op die dag volgens zijn eigen verklaring heeft bezocht, komt in het FIOD-rapport naar voren als op de hoogte zijnde van de kwitantiehandel bij de [stichting] en daaraan meewerkend;
- dit alles leidt tot het bewijsvermoeden dat belanghebbende niet alleen in 2013 heeft deelgenomen aan de fraude met valse kwitanties, maar ook in het jaar 2012.
Proceskosten
Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank voor zover deze betrekking heeft op de boetebeschikkingen, de proceskosten en het griffierecht;
- bevestigt de uitspraak van de Rechtbank voor het overige; en
- bevestigt de uitspraken op bezwaar.