ECLI:NL:GHDHA:2021:360
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- I. Reijngoud
- P.J.J. Vonk
- L.D. van Wijck - Koolstra
- Rechtspraak.nl
Hoorplicht en verzuimboete in belastingzaak na terugwijzing door het Hof
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Den Haag, staat de hoorplicht en de oplegging van een verzuimboete centraal. De belanghebbende, een belastingplichtige, had een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen ontvangen voor het jaar 2015, met een verzuimboete van € 369 wegens het niet tijdig indienen van de aangifte. De Inspecteur had de belanghebbende herhaaldelijk uitgenodigd voor een hoorgesprek, maar de belanghebbende was niet verschenen en had geen concrete datum voorgesteld. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur voldoende inspanningen had verricht om de belanghebbende te horen, en dat er geen sprake was van schending van de hoorplicht. De belanghebbende had niet aannemelijk gemaakt dat zij de aanmaning tot het doen van aangifte niet had ontvangen. Het Hof concludeerde dat de verzuimboete terecht was opgelegd, en dat de belanghebbende niet kon aantonen dat zij afwezig was van alle schuld. De uitspraak van de Rechtbank werd bevestigd, en het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard.