5.13[geïntimeerde] is de grotendeels in het ongelijk gestelde partij. Het hof zal hem daarom veroordelen in de proceskosten, zowel die van de procedure bij de kantonrechter (de eerste aanleg) als die van het hoger beroep. Deze kosten begroot het hof tot op heden aan de zijde van Woonplus voor de eerste aanleg op € 102,96 voor de dagvaarding, € 124,- voor het griffierecht en € 721,- voor het salaris van de gemachtigde en in hoger beroep op € 102,96 voor het uitbrengen van de spoedappeldagvaarding, € 760,- voor het griffierecht en € 1.114,- voor het salaris van de advocaat. Het hof zal daarbij de nakosten met rente toewijzen en begroten zoals Woonplus dat heeft gevorderd.
Beslissing in kort geding
- vernietigt het bestreden vonnis in kort geding van de kantonrechter te Rotterdam van 24 juli 2020;
- veroordeelt [geïntimeerde] om binnen zeven dagen na betekening van dit arrest de woning aan de [adres] te [plaatsnaam] te ontruimen en te verlaten met al degenen die zich daar van zijnentwege bevinden en al hetgeen zich daarin van zijnentwege bevindt, alsmede de woning, onder overgifte van alle sleutels van het gehuurde, geheel ter vrije beschikking aan Woonplus te stellen;
- veroordeelt [geïntimeerde] in de proceskosten, aan de zijde van Woonplus begroot voor het geding bij de kantonrechter op € 947,96, voor het hoger beroep op € 1.976,96 en voor de nakosten op € 131,- aan nasalaris voor de advocaat, nog te verhogen met € 77,39 indien niet binnen veertien dagen na aanschrijving in der minne aan dit arrest is voldaan en vervolgens betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden, en bepaalt dat het bedrag voor de nakosten binnen 14 dagen na de dag van de uitspraak dan wel, wat betreft het bedrag van € 77,39, na de datum van betekening, moet zijn voldaan, bij gebreke waarvan deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf het einde van genoemde termijn van 14 dagen;
- wijst af het meer of anders gevorderde;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. G. Dulek-Schermers, M.P.J. Ruijpers en F. van der Hoek en ondertekend en in het openbaar uitgesproken door mr. J.E.H.M. Pinckaers, rolraadsheer, op 13 april 2021 in aanwezigheid van de griffier.