Uitspraak
De onderzoekswensen van de verdediging
Opsporingsonderzoek Spree
Encrochat-operatie
Het interstatelijk vertrouwensbeginsel
De onderzoekswensen 1 tot en met 3
1zal worden afgewezen.
2zal worden afgewezen. Hetzelfde geldt voor onderzoekswens
3voor zover het Franse stukken betreft. Voor zover die onderzoekswens Nederlandse stukken betreft die zich nog niet in het procesdossier bevinden, gaat het hof ervan uit dat die nog zullen worden toegevoegd als onderdeel van de toevoeging aan het procesdossier van de brief van de Lemont-officieren van 28 september 2020 en van de beschikking van de rechter-commissaris van 11-10-2021.
Betekenis buitenlandse procedures
Ik heb de eer u mede te delen dat de gegevens zijn vastgelegd overeenkomstig artikel 706-102-1 van het Wetboek van Strafvordering. Dankzij deze vastlegging konden de gegevens rechtstreeks worden gebruikt zonder dat een beroep hoefde te worden gedaan op de bepalingen van artikel 230-1 van het wetboek van strafvordering. en dat de geheimhouding van de landsverdediging zich verzet tegen een gedetailleerde beschrijving van de methoden van gegevensvastlegging
In het kader van de gerechtelijke procedure betreffende het gecodeerde telefoonsysteem ENCROCHAT werden gegevens vastgelegd overeenkomstig artikel 706-102-1 van het Wetboek van Strafvordering. De gegevens die tijdens het vastleggen van de gegevens werden ontvangen en vervolgens werden gebruikt, waren leesbaar in duidelijke tekst. Er zij op gewezen dat de gegevensvastlegging onder de geheimhouding van de nationale defensie vallen.”(...)
De onderzoekswensen 15 en 16
15 en 16betreffende het verstrekken van de complete dataset in het onderzoek Spree en van alle verkeers- en locatiegegevens, zijn voor zover nodig hiermee toegewezen.
Vormverzuimen bij het voorbereidend onderzoek (Schutznorm)
- Het verkrijgen, het bewaren en gebruik van de Encrochat-data heeft in strijd met de artikelen 6 en 8 EVRM plaatsgevonden;
- Het onderzoek 26Lemont is het voorbereidend onderzoek ten aanzien van het onderzoek Spree, dan wel hebben in het onderzoek 26Lemont handelingen plaatsgevonden die van bepalende invloed zijn geweest op het verloop van het opsporingsonderzoek in de zaak Spree;
- Het binnendringen en vervolgens verkrijgen van Encrochat-gegevens valt binnen de werkingssfeer van het Unierecht waardoor Richtlijn 2002/85, subsidiair Richtlijn 2016/680 van toepassing is zodat - ondanks het vertrouwensbeginsel - getoetst dient te worden aan de artikelen 7 en 8 van het Handvest.
Vormverzuim buiten het voorbereidend onderzoek jegens de verdachte
Onderzoekswensen 4 tot en met 14
4 tot en met 6worden afgewezen. Deze verzoeken betreffen – zakelijk weergegeven – de wijze van samenstelling van de dataset die aan het onderzoek Spree ter beschikking is gesteld.
De verzoeken zoals geformuleerd onder 7 en 8 worden toegewezen.
9 tot en met 14worden afgewezen. Deze verzoeken zien op het horen van getuigen en het opmaken en/of voegen van stukken aan het procesdossier in verband met het toetsen van de rechtmatigheid van het verkrijgen, bewaren en gebruiken van de Encrochat-gegevens in Nederland in het onderzoek 26Lemon. Het hof is, zoals reeds overwogen, van oordeel dat thans geen aanwijzingen bestaan dat in het onderzoek 26Lemont vormverzuimen hebben plaatsgevonden en dat derhalve in zoverre geen noodzaak bestaat tot het horen van de gevraagde getuigen en het voegen van de gevraagde stukken in het procesdossier.
Afwijzing van de volgende verzoeken:
Toewijzing van de volgende verzoeken:
verzoekthet hof de advocaat-generaal uitvoering te geven aan hetgeen op pagina 36 van dit proces-verbaal is overwogen omtrent de door de rechter-commissaris verleende toestemming voor het gebruik van gegevens uit het onderzoek 26Lemont in het onderzoek Spree.