Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Uitspraak van 26 juni 2024
[X] VOF te [Z] , belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de Inspecteur,
Procesverloop
Feiten
Oordeel van de Rechtbank
CO2-uitstoot
Geschil in hoger beroep en conclusies van partijen
- primair recht bestaat op een aftrek wegens schade tot een bedrag van € 22.638 waarbij de uitspraak op bezwaar overigens verder tot uitgangspunt dient te worden genomen;
- subsidiair het verschil in geregistreerde CO2-uitstoot tussen de auto en de referentieauto’s en daarmee in verschuldigde bpm uitsluitend wordt veroorzaakt door een verschil in meetmethode (NEDC/WLTP) en, zo ja, of dit een schending oplevert van artikel 110 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en of dit verschil strijd oplevert met het vertrouwens- en/of rechtszekerheidsbeginsel;
- belanghebbende recht heeft op een vergoeding van immateriële schade, en
- belanghebbende recht heeft op vergoeding van een proceskostenvergoeding voor bezwaar.
- tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank;
- tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar;
- primair tot vernietiging van de naheffingsaanslag;
- subsidiair tot vaststelling van de bruto bpm op € 10.501 (op basis van NEDC 152 gr/km), de inkoopwaarde op een bedrag van € 32.824, tot vaststelling van de verschuldigde bpm op € 5.050 en tot vermindering van de naheffingsaanslag tot € 892;
- meer subsidiair tot toepassing van de koerslijst of de forfaitaire tabel;
- tot toekenning van een vergoeding van immateriële schade van € 1.000;
- tot toekenning van een proceskostenvergoeding in bezwaar, en
- tot toekenning van een proceskostenvergoeding in beroep.
Beoordeling van het hoger beroep
Proceskosten en griffierecht
Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank voor zover deze betrekking heeft op de beslissing over de vergoeding van immateriële schade;
- bevestigt de uitspraak van de Rechtbank voor het overige;
- veroordeelt de Inspecteur tot vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende tot een bedrag van € 1.000;
- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 1.750;
- veroordeelt de Inspecteur het voor beroep betaalde griffierecht van € 365 aan belanghebbende te vergoeden;
- gelast de griffier het voor hoger beroep betaalde griffierecht van € 548 terug te storten.