ECLI:NL:GHDHA:2024:2106
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de omvang van de proceskostenvergoeding in WOZ-zaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 21 maart 2023, waarin de rechtbank de Heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland heeft veroordeeld tot het vergoeden van proceskosten. De Heffingsambtenaar had eerder de waarde van een onroerende zaak vastgesteld op € 223.000 voor het kalenderjaar 2021. Na bezwaar van belanghebbende werd de aanslag vernietigd en een kostenvergoeding van € 265 toegekend. De Rechtbank oordeelde dat de Heffingsambtenaar ten onrechte geen vergoeding voor een taxatierapport had toegekend en stelde de vergoeding voor het rapport vast op € 157,30. Belanghebbende ging in hoger beroep, waarbij de omvang van de proceskostenvergoeding ter discussie stond. Het Hof oordeelde dat de Rechtbank een wegingsfactor van 0,25 had toegepast, wat passend was gezien de beperkte omvang van het geschil. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De beslissing werd op 16 oktober 2024 openbaar uitgesproken.