Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Uitspraak van 25 januari 2024
[X] B.V. te [Z] , belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de Inspecteur,
Procesverloop
Feiten
Oordeel van de Rechtbank
Historische nieuwprijs (auto 2)
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag inzake een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM). De naheffingsaanslag van € 11.980 was opgelegd voor vier auto’s, maar de Inspecteur had deze verminderd tot € 9.314 na bezwaar. De Rechtbank had in haar uitspraak op 27 oktober 2022 de beroepen van belanghebbende voor twee auto’s gegrond verklaard en de naheffingsaanslag verminderd. De Inspecteur ging in hoger beroep, terwijl belanghebbende incidenteel hoger beroep instelde. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 december 2023 werd de zaak besproken. Het Hof oordeelde dat de Rechtbank bij het vaststellen van de historische nieuwprijs van auto 2 een onjuiste rechtsopvatting had, en dat de hoogte van de naheffingsaanslag niet was vastgesteld. Het Hof vernietigde de uitspraak van de Rechtbank voor zover deze betrekking had op de naheffingsaanslag en de belastingrente, en bepaalde dat de naheffingsaanslag voor auto 2 moest worden verminderd tot € 1.287. Tevens werd de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 1.750 en werd een griffierecht van € 548 geheven. De uitspraak werd op 25 januari 2024 openbaar gemaakt.