Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
3.Feitelijke achtergrond
het bespreekbaar maken van de omstandigheden waaronder mogelijk ongewenst gedrag heeft plaatsgevonden;
hulp te bieden bij het oplossen van het ongewenste gedrag (…)”
Spam of control is te groot” en “
Op dit moment is het mijn taak om op alle niveaus te opereren. Medewerkers aansturen, coachen en begeleiden vraagt nu veel tijd naast het overige werk wat gedaan moet worden. Het is zoveel en zo breed dat de kwaliteit van dienstverlening die ik als ISO wil bieden hieronder lijdt en dat voelt niet goed”.
“(... ) Dit doen vertrouwenspersonen niet zomaar. Welke inschatting heb jij hierbij?".[verweerster] heeft per e-mail gereageerd dat zij geen idee heeft.
“(…)
- Pakt haar rol niet
- Er wordt over hen heen gewandeld
- Verschillende boodschappen
- Bij kritiek loop je tegen de muur
- Veel negativiteit
- Voel me als een klein kind behandeld en voel me bang.
is er iets bij cliënte geknakt. Haar gezondheidssituatie is verslechterd en er zijn sindsdien geen arbeidsmogelijkheden meer. Het vertrouwen was al laag, maar na dit gesprek heeft cliënte alle vertrouwen in haar werkgever verloren. Zij vraagt zich af op welke wijze zij nog bij INHolland werkzaam kan zijn, na alles wat er is gebeurd en de manier waarop zij door INHolland is behandeld. Het handelen van INHolland heeft het nodige kapotgemaakt.
4.Procedure bij de kantonrechter
5.Verzoek in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
Ernstig verwijtbaar handelen of nalaten
Dit maakt het ook gissen naar de feitelijke situaties waarin deze uitspraken ontstaan. Het voelt voor haar [ [verweerster] ; toevoeging hof] persoonlijk als een steek in de rug van de collega's doordat deze heftige feedback via vertrouwenspersonen gaat”. Verder heeft [leidinggevende] opgenomen dat een dergelijk signaal [verweerster] voor het eerst heeft bereikt en dat [verweerster] in de (functionerings-)gesprekken tot nu toe altijd als goed is beoordeeld. Ook is vermeld dat [verweerster] eerder heeft aangegeven dat er te veel werk is en te weinig tijd, dat [verweerster] gedeeltelijk ziek is en over haar situatie in gesprek is met de bedrijfsarts, en er een verlofperiode van een maand (9 december – 9 januari) is gepland. Er is een tijdpad uitgezet (5 december 2022 – 21 juni 2023) en een aantal verbeterpunten geformuleerd (met de nadruk op communicatie en coachend leidinggeven). Verder zijn er diverse toetsingscriteria geformuleerd om te kunnen toetsen of het verbetertraject geslaagd is. Het bevragen van de vertrouwenspersonen om gericht bij de melders te vragen naar een zichtbare verandering en in algemene zin een terugkoppeling te geven, was daar één van. Andere toetsingscriteria waren het gebruik van een aantal vragen uit het medewerkersonderzoek dat in juni 2023 zou plaatsvinden, een eigen reflectie van [verweerster] en een beoordeling van de leidinggevende ( [leidinggevende] ). Op verzoek van [verweerster] is de naam verbeterplan gewijzigd in ontwikkelplan. [verweerster] heeft verder met het plan ingestemd en is met de verbeterpunten aan de slag gegaan.
7.Beslissing
- vernietigt de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 26 september 2023 voor zover Inholland daarbij is veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding (onder 6.6) en een vergoeding van advocaatkosten (onder 6.7);
- in zoverre opnieuw rechtdoende: wijst deze verzoeken af;
- veroordeelt [verweerster] tot terugbetaling van het bruto-equivalent van het reeds door Inholland uitbetaalde netto-equivalent van de door de kantonrechter toegekende billijke vergoeding alsmede tot terugbetaling van de vergoeding van advocaatkosten, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente hierover indien [verweerster] hieraan niet binnen veertien dagen na betekening van de beschikking heeft voldaan;
- bepaalt dat ieder van partijen de eigen kosten in eerste aanleg draagt;
- veroordeelt [verweerster] in de kosten van de procedure in principaal hoger beroep, aan de zijde van Inholland begroot op € 4.741,-;
- veroordeelt [verweerster] in de kosten van de procedure in incidenteel hoger beroep, aan de zijde van Inholland begroot op nihil.
- bepaalt dat als [verweerster] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en deze beschikking vervolgens wordt betekend, [verweerster] de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders verzochte.