Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[appellant 1] B.V.,
hierna tezamen aan te duiden als FLE c.s. en ieder afzonderlijk als respectievelijk [appellant 1] en FLE,
advocaat: mr. P. Quist te Naaldwijk,
1.Het geding in eerste aanleg
2.2. Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van FLE c.s. van 7 november 2023 (met een productie);
- de anticipatiedagvaarding van Triple (met een productie);
- de memorie van grieven (met producties);
- de memorie van antwoord tevens grieven in incidenteel appel (met producties);
- de memorie van antwoord in incidenteel appel (met een productie);
- de akte uitlating productie van Triple van 6 augustus 2024;
- de antwoordakte van 16 september 2024 van FLE c.s..
3.De beoordeling
‘In het project van start tot realisatie vervult Triple Group de rol van intermediair tussen opdrachtgever en betrokken partijen en autoriteiten. Triple Group heeft de functionaliteiten van project management, logistieke expertise, analyses, inkoop en bouwbegeleiding onder eigen dak. Triple Group zal structuur aanbrengen en als projectverantwoordelijke de plannen operationeel, logistiek, planning technisch en financieel begeleiden en helder rapporteren.’In de opdrachtbevestiging zijn de voorwaarden van de DNR 2011 van toepassing verklaard .
Ik weet vanuit de praktijk in het verleden hoeveel ellende je als bedrijf kunt krijgen als buren klagen over geluidsoverlast. Dit zal echt heel goed moeten worden afgekaart om onze processen 24/7 uit te kunnen blijven voeren en niet het risico te lopen in onze werkzaamheden en groei te worden belemmerd. (…) Voor het nieuwe pand zijn er plannen om onze activiteiten te gaan uitbreiden die deze tijden mogelijk zelfs gaan doen verruimen. (…). Het is dus van groot belang dat we ons bij toekomstige kwesties hierin op de toestemming van de gemeente kunnen beroepen.’
‘(..) Wanneer jullie nu al weten dat er buiten de reguliere tijden gewerkt moet worden, is het aannemelijk dat niet binnen het activiteitenbesluit geopereerd kan worden. Dan zal aanvullend (geluid en verkeersbewegingen) onderzoek gedaan moeten worden (..)’
‘Uitgaande van de werkzaamheden op het bedrijventerrein van [FLE] willen wij uitgaan van de drukste maand van het jaar. Voor de RBS vragen wij u om onderstaande tabel in te vullen. In deze tabel komen de meest voorkomende bronnen te staan (denk bijvoorbeeld aan stilstaande vrachtwagens die nog aan het koelen zijn, heftrucks die rondrijden op het terrein e.d.). (...) Daarnaast is het mogelijk dat er bepaalde activiteiten, bronnen niet aangegeven zijn zoals een luchtbehandelingskast of koeling van het kantoor of andere specifieke werkzaamheden. Wilt u dit soort bronnen ook specificeren?’
‘Ps. Neem als uitgangspunt de huidige situatie!’
‘Onderstaand de transportbewegingen die wij op dit moment hebben. Het is uiteraard nog inschatten wat de bewegingen zullen gaan worden, aangezien we elk jaar verwachten te zullen groeien. Ik zou willen inzetten gedurende een periode van 5 jaar gefaseerd naar een stijging van 50% aan bewegingen te gaan.’
‘Op basis van de door jullie aangeleverde representatieve bedrijfssituatie van [FLE] hebben wij het akoestische rekenmodel gemaakt. Dit model is vervolgens doorgerekend en getoetst aan de randvoorwaarden zoals die voor [kavel] op [locatie] van toepassing zijn.De randvoorwaarden voor geluid zijn voor zowel jullie als ons een vast gegeven. (...)Wij constateren dan ook een overschrijding van ongeveer 3 dB in de avondperiode en 1 dB in de nachtperiode.Onze ervaringen met de Omgevingsdienst Haaglanden is, dat men dit niet zal accepteren. Er zijn 2 oplossingsrichtingen:1. Met behoud van het totale aantal vrachtwagens per etmaal wordt het aantal in de avondperiode van 15 naar 7 stuks teruggebracht en in de nachtperiode van 5 naar 4 stuks. In de dagperiode is (vanwege de genoemde marge van 2 dB) nog ruimte om het aantal van 50 naar 59 stuks te verhogen.2. Geluid reducerende maatregelen toepassen (...).Ons verzoek is om bovenstaande met [FLE] te bespreken. (…)’
‘Graag even aandacht voor onderstaande mail van DGMR inzake geluid. Na berekeningen gemaakt te hebben op basis van de FLE input, is er een overschrijding van DB in de avond en de nacht. Als DGMR deze aantallen aanpast dan blijven we onder de norm.Voorstel:Dag verhogen van 50 naar 59Avond verlagen van 15 naar 7Nacht verlagen van 5 naar 4Ik ben van mening dat we dit moeten doen om zodoende de vergunning te verkrijgen.’Bij e-mail van dezelfde datum heeft Triple FLE laten weten dat zij de aangepaste getallen aan DGMR had doorgegeven (prod. 25 Triple).
‘[FLE] gaat zich vestigen op het nieuwe industrieterrein [locatie] Fase 2 in [plaats] . Voor de vestiging van het bedrijf op de beoogde locatie is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. [FLE] dient aan te tonen dat zij past binnen de voor [kavel] gereserveerde geluidsruimte. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau voor alle toetspunten voldoet aan de geluidsruimte zoals deze voor [kavel] is toegekend in de geluidsruimteregeling van industrieterrein [locatie] (fase 2). Daardoor kan het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau van het bedrijf FLE als aanvaardbaar worden beschouwd. Tevens zijn de maximale geluidsniveaus berekend. Uit de resultaten blijkt dat de waarde voor de maximale geluidsniveaus in de dag- en avondperiode voor geen van de woningen wordt overschreden. Voor de nachtperiode wordt eveneens voldaan indien de eerste drie dockshelters aan de noordzijde niet in de nachtperiode worden gebruikt.’
‘U diende mijn cliënte correct en juist te informeren. Cliënte had mogen verwachten dat haar activiteiten en het gebouw voldeed aan het bestemmingsplan en dat de ingediende aanvraag volledig zou zijn en dat het gebouw eenvoudigweg voldoet aan het programma van eisen en alle wettelijke vereisten terzake. (…) Mijn cliënte lijdt hierdoor ernstige schade. Nu de geluidswaarden kennelijk worden overschreden, dient mijn cliënte bij handhaving de bedrijfsvoering (deels) stil te leggen althans zal zij hoge boetes verbeuren. Dat geldt uiteraard ook voor de overige overtredingen die de gemeente heeft geconstateerd. Voorts lijdt zij schade doordat het gebouw niet voldoet.’
dit alles met hoofdelijke veroordeling van Triple in de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
- kosten voor het treffen van maatregelen om de gewenste bedrijfsactiviteiten alsnog binnen de normen te kunnen uitoefenen (in elk geval € 450.000,-);
- winstverlies doordat een deel van het bedrijfspand niet zal kunnen worden gebruikt;
- kosten van het plaatsen van een hekwerk rond het bedrijfspand (om het zonder toestemming ’s nachts parkeren van geluid producerende vrachtauto’s van derden te voorkomen, € 46.231,90);
- plaatsing van borden ter voorkoming van geluidsoverlast (€ 888,-);
- een bedrag van € 7.500,- aan verbeurde dwangsommen,
- juridische kosten voor het voeren van verweer in de bestuursrechtelijke procedures en het pogen om met Triple tot een oplossing te komen (tot en met maart 2022 € 215.114,59);
- € 513,53 verwijderingskosten lichtmasten;
- € 15.875,91 wegens nodeloze aanschaf van de lichtmasten;
- € 6.606,70 aan door de gemeente gevorderde leges;
- Kosten aanpassen van het reeds opgestelde Masterplan brandveiligheid ten bedrage van € 7.979,80;
- een onnodig gedane investering van € 52.500,- (€ 2.100,- per trailer voor 25 trailers) voor extra stille koelmotoren waarvan de geluidsbeperking niet relevant bleek en die bij het vigerende bestemmingsplan in de dockshelters niet bleken te mogen worden gebruikt;
- een eveneens onnodige investering van € 44.936,98 aan elektrische aansluitingen voor de desbetreffende docks.
- [appellant 1] en FLE zijn verschillende rechtspersonen die ieder in een eigen verhouding tot Triple staan (r.o. 5.2).
- Tussen [appellant 1] en Triple is een contractuele relatie, overeenkomst van opdracht (Opdracht II). Met het verlenen van de opdracht door [appellant 1] , is de contractuele relatie tussen Triple en FLE geëindigd (r.o. 5.13);
- In de relatie [appellant 1] en Triple zijn de DNR 2011 voorwaarden van toepassing. [appellant 1] is daaraan gebonden; het beroep op nietigheid of vernietigbaarheid is ongegrond (r.o. 5.6);
- Gezien de nauwe verbondenheid en betrokkenheid van FLE bij de contractuele verplichtingen tussen Triple en [appellant 1] , heeft FLE de overeengekomen exoneratieclausule eveneens tegen zich te laten gelden (r.o. 5.68).
- De verplichting van Triple jegens [appellant 1] om voor het nieuwe distributiecentrum van FLE op de nieuwe locatie een omgevingsvergunning te verkrijgen is geen resultaatsverplichting maar een inspanningsverplichting (r.o. 5.19 en 5.20);
- Triple wist dat FLE haar activiteiten wilde uitbreiden en wilde groeien. Gezien die omstandigheid had zij FLE c.s. duidelijk moeten wijzen op de consequenties van de eerste uitkomsten van het akoestisch onderzoek van DGMR, namelijk dat de bedrijfsactiviteiten die FLE op dat moment op het oude perceel uitvoerde binnen de voor [kavel] geldende normen in de avond- en nachturen niet mogelijk zouden zijn en groei van de activiteiten – in ieder geval in de avond- en nachtperiode – evenmin mogelijk was. Datzelfde geldt voor haar advies om met aantallen vrachtwagens te schuiven. Ook daarbij had zij voor de genoemde consequenties moeten waarschuwen. Door dat niet te doen heeft zij in strijd met de op haar rustende zorgplicht gehandeld (r.o. 5.31 en 5.32). Daar komt bij dat Triple de omgevingsvergunning heeft aangevraagd op basis van onvolledige gegevens. Zij heeft DGMR geen informatie verstrekt over de actieve koelmotoren van trailers die bij FLE stonden, terwijl zij daarvan wel op de hoogte was en in de uitvraag van DGMR duidelijk was vermeld dat ook alle bijzonderheden moesten worden genoemd (r.o. 5.33).
- Triple heeft FLE c.s. door deze handelwijze niet in staat gesteld om tijdig een goed overwogen beslissing te nemen. Als Triple FLE c.s. eind juli 2018 duidelijk had gemaakt dat de omgevingsvergunning niet zou worden afgegeven voor de beoogde uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten van FLE, had [appellant 1] kunnen afzien van realisatie van het distributiecentrum op [kavel] (r.o. 5.34).
- De zorgplichtschending van Triple jegens [appellant 1] levert tevens een onrechtmatige daad op jegens FLE (r.o. 5.41).
- Uitgangspunt is dat FLE c.s. zoveel mogelijk in de toestand moeten worden gebracht waarin zij zouden hebben verkeerd zonder de zorgplichtschending (r.o. 5.55).
- De rechtbank verwerpt het uitgangspunt van FLE c.s. dat zij zonder zorgplichtschending en het onrechtmatig handelen over een omgevingsvergunning zouden hebben beschikt waarbij de beoogde groei wel mogelijk zou zijn (r.o. 5.57). De rechtbank gaat ervan uit dat [appellant 1] met [commanditaire vennootschap] in gesprek zou zijn gegaan over ontbinding van de koopovereenkomst of dat zij het perceel aan een derde zou hebben verkocht (r.o. 5.56).
- De vordering tot betaling van het bedrag van in totaal € 397.647,41 wordt afgewezen. De gestelde schadeposten worden afgewezen omdat zij geen directe schade behelzen (hekwerk en bebording), geen rechtstreeks gevolg zijn van de tekortkoming / het onrechtmatig handelen (verbeurde dwangsommen, lichtmasten, aanpassing Masterplan Brandveiligheid) en/of onvoldoende zijn toegelicht en onderbouwd (juridische kosten, kosten stillere koelmotoren).
Grief 3 is gericht tegen een op de afgewezen aansprakelijkheid van [naam 1] betrekking hebbende rechtsoverweging (5.49).
Grief 7 is gericht tegen de verwijzing in rechtsoverweging 5.79 naar de met grief 6 bestreden oordelen.
Grief 8 is gericht tegen de beslissing over de proceskosten (r.o. 5.80)
a. vast te houden aan de nieuwe locatie met (mogelijk voorlopige, indien nog geluid reducerende maatregelen zouden kunnen worden getroffen) aanpassing van haar bedrijfsactiviteiten om binnen de voor een omgevingsvergunning vereiste geluidsnormen te blijven of
b. niet verder te gaan met de plannen voor de nieuwe locatie en een locatie elders te zoeken waar voor de door haar beoogde bedrijfsactiviteiten wel een omgevingsvergunning zou kunnen worden verkregen. Voor die conclusie was een expliciete waarschuwing van Triple niet nodig en deze beslissing ligt ook in het domein van FLE c.s.
4.De beslissing
- € 5.737,00 aan verschotten en € 1.149,00 aan salaris advocaat in eerste aanleg,
- € 5.795,73 aan verschotten en € 2.356,50 aan salaris advocaat in principaal hoger beroep, en
- € 785,50 aan salaris advocaat in incidenteel hoger beroep,
- nakosten van € 163,00 (zonder betekening) dan wel € 248,00 (met betekening);