4.3Sterk In heeft verzocht om ten laste van [Holding] conservatoir beslag te mogen leggen voor een bedrag van € 2.410.400,-. Dit bedrag bestaat in hoofdsom grotendeels uit boetes die [Holding] op grond van de managementovereenkomst zou zijn verbeurd. Het bedrag is als volgt opgebouwd.
a. Schending van art. 1.1 van de managementovereenkomst.
Uit art. 1.1 van de managementovereenkomst volgt dat het [Holding] verboden is door haar gedragingen de continuïteit van Sterk In ernstig in gevaar te brengen. [Holding] heeft zich volgens Sterk In niet aan deze bepaling gehouden omdat zij in maart en juni 2022 de arbeidsovereenkomst van een medewerker in strijd met de waarheid heeft aangepast en foutieve informatie heeft verstrekt door middel van het NIBUD-formulier. Hiervoor is volgens Sterk In op grond van art. 12 van de managementovereenkomst tweemaal een eenmalige boete van € 50.000,- verbeurd, alsmede een boete per dag van € 1.000,- gedurende 61 dagen. In totaal gaat het dus om
€ 161.000,-.
Schending van art. 3.1 van de managementovereenkomst.
Uit art. 3.1 van de managementovereenkomst volgt dat [Holding] zich gedurende de looptijd van de managementovereenkomst ten volle moet inspannen voor Sterk In en omzetgenererende werkzaamheden via Sterk In moet laten lopen. [Holding] heeft (i) zijn inspanningsverplichting geschonden door [Advies] op te richten en (ii) geld weggesluisd naar [Advies], aldus Sterk In. Ingevolge art. 12 van de managementovereenkomst is hiervoor tweemaal een boete van € 50.000,- verschuldigd, 179 maal een boete van € 1.000,- voor het verzaken van de inspanningsverplichting en driemaal een boete van € 1.000,- voor omzetgenererende werkzaamheden bij [Advies]. In totaal gaat het dus om
€ 282.000,-.
Schending van art. 10 van de managementovereenkomst.
Art. 10 van de managementovereenkomst bevat een geheimhoudingsbeding. Volgens Sterk In heeft [Holding] dit beding tweemaal geschonden, namelijk door een van zijn zonen in november 2021 toegang te verschaffen tot de vertrouwelijke gegevens van Sterk In en door in de periode 11 tot en met 18 november 2021 vertrouwelijke gegevens door te sturen naar deze zoon. Hiervoor is ingevolge art. 12 van de managementovereenkomst een boete van tweemaal € 50.000,- verschuldigd en achtmaal een boete van € 1.000,-. In totaal gaat het dus om
€ 108.000,-.
Schending van art. 11 lid 3 van de managementovereenkomst.
Art. 11 lid 3 van de managementovereenkomst bepaalt dat [Holding] zich gedurende de looptijd van de overeenkomst zal onthouden bewust iets te doen waardoor de bedrijfsvoering van Sterk In nadelig zou kunnen worden beïnvloed. Volgens Sterk In heeft [Holding] in strijd met deze bepaling [Advies] opgericht. Verder heeft [Holding] concurrerende werkzaamheden verricht voor Van der Leeden Personal Finance in Berkel en Rodenrijs. Hiervoor is ingevolge art. 11 lid 4 van de managementovereenkomst een boete van tweemaal € 50.000,- verschuldigd, alsmede een dagelijkse boete van € 1.000,- gedurende tweemaal 179 dagen. Het gaat in totaal dus om een boete van
€ 458.000,-.
Schending van art. 11 lid 1 onder a van de managementovereenkomst.
Volgens Sterk In geldt dat [Holding] na de beëindiging van de managementovereenkomst gedurende de periode van een jaar geen concurrerende activiteiten in Nederland mag verrichten. [Holding] is na de beëindiging van de managementovereenkomst onverminderd doorgegaan met haar concurrerende activiteiten via [Advies] en Van der Leeden. Hiervoor is ingevolge art. 11 lid 4 van de managementovereenkomst een boete verschuldigd van tweemaal € 50.000,- en de dagelijkse boete van € 1.000,- gedurende twee maal 365 dagen. In totaal gaat het om een boete van
€ 830.000,-.
Schending van art. 11 lid 2 van de managementovereenkomst.
Uit art. 11 lid 2 van de managementovereenkomst volgt dat [Holding] de non-concurrentieverplichting uit art. 11 lid 1 moet opleggen aan eenieder die zij inschakelt om de werkzaamheden (uit hoofde van de managementovereenkomst) te verrichten. Sterk In heeft aangevoerd dat [Holding] de werkzaamheden feitelijk door [geïntimeerde 2] liet verrichten, maar dat zij heeft nagelaten om aan [geïntimeerde 2] het non-concurrentiebeding op te leggen. Hiervoor is ingevolge art. 11 lid 4 van de managementovereenkomst een eenmalige boete van € 50.000,- verschuldigd en de dagelijkse boete van € 1.000,- gedurende 365 dagen. Dit komt neer op een bedrag van
€ 415.000,-.
Tweede schending van art. 11 lid 3 van de managementovereenkomst.
Volgens Sterk In heeft [Holding] in strijd met art. 11 lid 3 van ten minste drie relaties inkomsten ontvangen, terwijl de werkzaamheden vanuit de opdracht in de managementovereenkomst zijn verricht. Op grond van art. 11 lid 4 van de managementovereenkomst is hiervoor driemaal de eenmalige boete verschuldigd van € 50.000,- en de driemaal de dagelijkse boete van € 1.000,-. Dit komt neer op
€ 153.000,-.
Schade wegens wegsluizen van geld.
Sterk In heeft schade geleden omdat er een bedrag van
€ 3.400,-is overgemaakt naar een rekening van [Advies], terwijl dit geld behoort toe te komen aan Sterk In.