De beoordeling
de feiten
1. De grieven richten zich niet tegen de vaststelling door de kantonrechter van de feiten in overweging 2 (2.1 tot en met 2.7) van het bestreden vonnis van
2 juli 2008. Daarom zal ook het hof van die feiten uitgaan.
Bedoelde feiten komen, verkort weergegeven, aangevuld met hetgeen in hoger beroep tevens als vaststaand heeft te gelden, op het volgende neer.
1.1 [appellant] is op 13 april 1980 in dienst getreden bij [B.V. A] In 2003 was [appellant] in dienst van [B.V. B] ([B.V. B]) en werkte hij voor het bedrijfsonderdeel transport en expeditie Detrex International Forwarding, waarin de logistieke activiteiten van [B.V. B] waren ondergebracht.
1.2 De moedermaatschappij van [B.V. B], [B.V. C] ([B.V. C]/[B.V. B]) en Pax hebben op 25 september 2003 een raamovereenkomst gesloten, op grond waarvan [B.V. C]/[B.V. B] al haar logistieke werkzaamheden met ingang van 28 september 2003 heeft uitbesteed aan Pax. De werknemers die deze werkzaamheden voorheen bij [B.V. B] dan wel [B.V. C]/[B.V. B] verrichtten, onder wie [appellant], zijn ondergebracht bij Detrex B.V. (verder: Detrex), een dochteronderneming van [B.V. B]. Deze werknemers zijn hun werkzaamheden blijven verrichten op grond van een tussen Detrex en Pax gesloten detacheringovereenkomst. [B.V. B] heeft bij brief van 24 september 2003 de werknemers, onder wie [appellant], hierover geïnformeerd.
De inhoud van die brief luidt:
"Geachte heer [appellant],
Zoals u bekend worden de activiteiten van de afdeling Detrex International Forwarding per 28 september 2003 beëindigd. In plaats daarvan zal Pax Integrated Logistics B.V. diensten gaan verlenen ten behoeve van de [B.V. B]-vennootschappen (en ook derden) welke vergelijkbaar zijn met de diensten zoals voorheen door de afdeling Detrex International Forwarding werden verricht.
Teneinde Pax Integrated Logistics B.V. in staat te stellen de diensten voor de [B.V. B]-vennootschappen te verrichten, zal Pax Integrated Logistics B.V. gebruik maken van het personeel van Detrex B.V.
Voor u betekent dit dat u per 28 september 2003 werknemer wordt van Detrex B.V. Voor alle duidelijkheid bevestigen wij hierbij dat, behalve de wijziging van werkgever, de arbeidsovereenkomst met al de daarin opgenomen of van toepassing zijnde arbeidsvoorwaarden ongewijzigd van kracht blijft. Tevens blijft de C&T CAO op u van toepassing.
Mocht u naar aanleiding van bovenstaande vragen of opmerkingen hebben, dan kunt u contact opnemen met uw P&O functionaris, [P&O functionaris].
Voor de goede orde verzoeken wij u één exemplaar van deze brief voor akkoord getekend binnen 2 weken na de dagtekening van deze brief aan hem te retourneren…"
[appellant] heeft een exemplaar van deze brief voor akkoord ondertekend.
1.3 In juni 2005 heeft Detrex aan haar werknemers het voorgenomen besluit kenbaar gemaakt om hen per 1 januari 2006 te ontslaan, waarna zij per die datum in dienst zouden kunnen treden bij Pax. Bij brief van 20 januari 2006 heeft [B.V. B] aan [appellant] onder meer meegedeeld het voorgenomen besluit per 1 januari 2006 te willen realiseren en dat dit betekent dat zijn dienstverband bij [N.V. A] (het hof leest: Detrex) per genoemde datum eindigt en dat Pax zijn nieuwe werkgever wordt.
1.4 [appellant] was op 1 januari 2006 arbeidsongeschikt. Hij heeft zijn werkzaamheden begin februari 2006 op therapeutische basis hervat.
1.5 Op 6 februari 2006 heeft een woordenwisseling plaatsgevonden tussen [appellant] en de managers transport en logistiek van Pax. Bij brief van 10 februari 2006, ondertekend door de directeur van Pax en de HR officer van [B.V. C]/[B.V. B], is [appellant] op non-actief gesteld.
1.6 [appellant] heeft het salaris dat hem over januari 2006 door Pax is betaald, teruggestort.
1.7 [appellant] heeft, na ondertekening van voornoemde brief van 24 september 2003, van Detrex loon ontvangen tot augustus 2006. Bij beschikking van de kantonrechter van 19 juli 2006 is de arbeidsovereenkomst tussen Detrex en [appellant] ingaande
1 augustus 2006 ontbonden, onder toekenning van een vergoeding aan [appellant]. Bij beschikking van de kantonrechter van 8 maart 2007 is de arbeidsovereenkomst tussen Pax en [appellant], voor het geval deze nog bestaat, met ingang van 8 maart 2007 ontbonden.
1.8 Stellende dat zijn arbeidsovereenkomst met [B.V. B] zo niet reeds op 28 september 2003, dan toch per 1 januari 2006 op de voet van art. 7:663 BW van rechtswege is overgegaan op Pax, heeft [appellant] in kort geding gevorderd Pax te veroordelen
tot (door)betaling van loon over de periode van 1 januari 2006 tot en met december 2006. Deze vordering is bij vonnis van 8 maart 2007 door de kantonrechter afgewezen. Van dat vonnis heeft [appellant] hoger beroep ingesteld bij dit hof, waarbij [appellant] zijn vordering heeft vermeerderd. Bij arrest van 20 juni 2007 heeft het hof het bestreden kortgedingvonnis van de kantonrechter bekrachtigd.
1.9 [appellant] heeft tegen het arrest van 20 juni 2007 beroep in cassatie ingesteld. Bij arrest uitgesproken op 26 juni 2009 heeft de Hoge Raad het arrest van het hof van 20 juni 2007 vernietigd en het geding ter verdere behandeling en beslissing verwezen naar het hof te Arnhem.