ECLI:NL:GHSHE:2014:4664
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- C.E.L.M. Smeenk-van der Weijden
- W.H.B. den Hartog Jager
- P.P.M. Rousseau
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van werkgever voor bedrijfsongeval en belang bij verklaring voor recht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen Stichting Phoenix, naar aanleiding van een bedrijfsongeval dat plaatsvond op 24 november 2009. [appellant] was in dienst bij Phoenix en stelt dat hij tijdens zijn werkzaamheden een ongeval heeft gehad, waarbij hij zijn knie heeft geblesseerd. Hij vordert een verklaring voor recht dat Phoenix aansprakelijk is voor de schade die hij heeft geleden als gevolg van dit ongeval. Phoenix betwist de aansprakelijkheid en stelt dat [appellant] roekeloos heeft gehandeld. De kantonrechter heeft in eerdere vonnissen geoordeeld dat [appellant] niet-ontvankelijk is verklaard in zijn vordering, omdat hij geen bijzondere omstandigheden heeft gesteld die een splitsing van zijn vordering rechtvaardigen.
Het hof oordeelt dat [appellant] wel degelijk een belang heeft bij de gevorderde verklaring voor recht, omdat hij stelt dat hij schade heeft geleden en dat het belangrijk is om de aansprakelijkheid van Phoenix vast te stellen. Het hof concludeert dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat [appellant] niet-ontvankelijk is in zijn vordering. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en verwijst de zaak terug naar de rechtbank Limburg, zodat deze het geding kan hervatten. Phoenix wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.