Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 2852039/CV/14-1529)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven van [appellant] van 31 maart 2015;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde] van 9 juni 2015 met twee producties.
3.De beoordeling
het geven van adviezen over de inkoop
[roepnaam appellant] is benoemd tot adviseur”.
Deze overeenkomst wordt aangegaan voor bepaalde tijd te weten 01-01-2006 tot en met 31-12-2013”.
Voor de adviseringen zal een fee worden vergoed, en wel als volgt
De fee wordt jaarlijks achteraf betaald doch uiterlijk een maand na afloop van het kalenderjaar”
conform de taakomschrijving zoals vastgelegd in de overeenkomst”. [appellant] schat de omzet over 2013 in op ongeveer € 300.000,--. Hij baseert zijn vordering op het overeengekomen percentage van 5% over een omzet van € 330.000,--, hetgeen neerkomt op een bedrag van € 16.500,-- excl. btw,