Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. C/02/270718/HA ZA 13-751)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord met producties;
- de brief met bijlagen van de advocaat van [appellant] d.d. 19 januari 2016;
- het pleidooi d.d. 3 februari 2016, waarbij de advocaat van [appellant] een pleitnotitie heeft overgelegd.
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
- voor recht verklaard dat [appellant] geen beroep toekomt op het verrekenbeding zoals opgenomen in artikel 7 van de huwelijkse voorwaarden;
- [appellant] veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van [geïntimeerde] begroot op € 1.838,82;
- het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
- het meer of anders verzochte afgewezen.
- de vorderingen van [appellant] afgewezen;
- [appellant] veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van [geïntimeerde] begroot op € 1.421,-.
- het finaal verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden (grief 1);
- de verdeling van de gezamenlijke goederen en de vordering tot verrekening (grief 2);
- de proceskostenveroordeling (grief 3).
finaal verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden (grief 1)
Stb. 2011, 205 en 335:
Kamerstukken II2002/03, 28 867, nr. 3, p. 27.)
- in juni 2009 bij erflaatster kanker is gediagnosticeerd;
- erflaatster bij testament van 19 mei 2010 laatstelijk over haar nalatenschap heeft beschikt en daarbij haar dochter tot enig erfgenaam heeft benoemd met [geïntimeerde] als executeur;
- [appellant] in 2010 reeds wilde scheiden zoals blijkt uit de brief van zijn advocaat d.d. 14 juli 2010 (productie 42 bij de conclusie van antwoord in reconventie);
- erflaatster op 11 juni 2012 een verzoek tot echtscheiding heeft ingediend (prod. 5, inl. dv);
- [appellant] zelf ook heeft verzocht de echtscheiding uit te spreken, zoals blijkt uit het op 11 september 2012 ingediende verweerschrift, tevens houdende een zelfstandig verzoek tot echtscheiding (prod. 6, inl. dv); (Aan het door [geïntimeerde] weersproken betoog dat dit verzoek berust op een vergissing (zie rov. 4.9.5 hiervóór) gaat het hof voorbij nu dit betoog berust op een onjuiste weergave van het verzoek (daarin staat namelijk niet dat [appellant] zich “slechts” refereert aan het oordeel van de rechtbank over de echtscheiding), terwijl [appellant] voorts heeft nagelaten uit te leggen waarom die beweerde vergissing in het verdere verloop van de procedure voor de rechtbank niet hersteld kon worden.);
- [appellant] naar zijn eigen zeggen ten tijde van het instellen van het appel en daarna niet bekend was met de actuele gezondheidstoestand van erflaatster (zie rov. 4.9.7.3 hiervóór);
- de advocaat van erflaatster bij brief van 2 oktober 2012 de rechtbank heeft verzocht de echtscheiding vervroegd uit te spreken, vanwege het feit dat erflaatster op dat moment ernstig ziek en mogelijk terminaal was;
- de rechtbank bij beschikking van 22 oktober 2012 de echtscheiding tussen partijen heeft uitgesproken, waarbij de rechtbank aan de door [appellant] opgeworpen bezwaren tegen een uitspraak bij vervroeging is voorbijgegaan (rov. 2.5 van die beschikking);
- de advocaat van erflaatster bij brief van 19 november 2012 de advocaat van [appellant] heeft verzocht te bevorderen dat, nu erflaatster inmiddels terminaal was en nog slechts zeer kort te leven zou hebben, [appellant] de akte van berusting en het verzoek tot inschrijving van de echtscheidingsbeschikking zou invullen en ondertekenen, zodat de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand kon plaatsvinden;
- [appellant] geen medewerking heeft verleend aan (het bespoedigen van) de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand;
- niet gebleken is dat er tussen [appellant] en erflaatster nog enig contact is geweest (zie bijvoorbeeld de door [geïntimeerde] als productie 1 bij de conclusie van antwoord in conventie, tevens van eis in reconventie als productie 1 overgelegde Rapportage Thuiszorg betreffende erflaatster in de periode 21 november 2012 –10 december 2012);
- erflaatster op 10 december 2012 is overleden, vóórdat inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand heeft plaatsgevonden,